Bijbelboeken
Psalmen 98:1-9
Loflied op de zegepralen van Gods gerechtigheid
- Een psalm. Zingt den Heere een nieuw lied; want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn rechterhand, en de arm Zijner heiligheid, heeft Hem heil gegeven.
- De Heere heeft Zijn heil bekend gemaakt; Hij heeft Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der heidenen.
- Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid, en Zijner waarheid aan het huis Israels; en al de einden der aarde hebben gezien het heil onzes Gods.
- Juicht den Heere, gij ganse aarde! roept uit van vreugde, en zingt vrolijk, en psalmzingt.
- Psalmzingt den Heere met de harp, met de harp en met de stem des gezangs,
- Met trompetten en bazuinengeklank; juicht voor het aangezicht des Konings, des Heeren.
- De zee bruise met haar volheid, de wereld met degenen, die daarin wonen.
- Dat de rivieren met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven,
- Voor het aangezicht des Heeren, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid, en de volken in alle rechtmatigheid.
Ga naar hoofdstuk 97 of hoofdstuk 99.
Bekijk de berijmde versie van Psalm 98.