Bijbelboeken

Psalmen 126:1-6

Dank voor wonderbare verlossing

1 Een lied Hammaaloth. Als de Heere de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.2 Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De Heere heeft grote dingen aan dezen gedaan.3 De Heere heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.4 O Heere! wend onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden.5 Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.6 Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven.

Ga naar of .

Bekijk de berijmde versie van Psalm 126.


Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken