Bijbelboeken
Psalmen 20:1-9
Gebed voor den koning, als hij optrekt in den strijd
- Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (20:2) De Heere verhore u in den dag der benauwdheid; de Naam van den God Jakobs zette u in een hoog vertrek.
- (20:3) Hij zende uw hulp uit het heiligdom, en ondersteune u uit Sion.
- (20:4) Hij gedenke al uwer spijsofferen, en make uw brandoffer tot as. Sela.
- (20:5) Hij geve u naar uw hart, en vervulle al uw raad.
- (20:6) Wij zullen juichen over Uw heil, en de vaandelen opsteken in den Naam onzes Gods. De Heere vervulle al uw begeerten.
- (20:7) Alsnu weet ik, dat de Heere Zijn Gezalfde behoudt; Hij zal Hem verhoren uit den hemel Zijner heiligheid; het heil Zijner rechterhand zal zijn met mogendheden.
- (20:8) Dezen vermelden van wagens, en die van paarden; maar wij zullen vermelden van den Naam des Heeren, onzes Gods.
- (20:9) Zij hebben zich gekromd, en zijn gevallen; maar wij zijn gerezen en staande gebleven.
- (20:10) O Heere! behoud; die koning verhore ons ten dage van ons roepen.
Ga naar hoofdstuk 19 of hoofdstuk 21.
Bekijk de berijmde versie van Psalm 20.