Psalmen 147:1-20
Op deze pagina:
Lofpsalm
Heere, want onzen God te psalmzingen is goed, dewijl Hij liefelijk is; de lof is betamelijk. Looft den Heere bouwt Jeruzalem; Hij vergadert Israels verdrevenen. De Hij geneest de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten. Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze allen bij namen. Onze Heere is groot en van veel kracht; Zijns verstands is geen getal.Heere houdt de zachtmoedigen staande; de goddelozen vernedert Hij, tot de aarde toe. De Heere bij beurte met dankzegging; psalmzingt onzen God op de harp. Zingt den Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras op de bergen doet uitspruiten; Die het vee zijn voeder geeft; aan de jonge raven, als zij roepen. Hij heeft geen lust aan de sterkte des paards; Hij heeft geen welgevallen aan de benen des mans.Heere heeft een welgevallen aan hen, die Hem vrezen, die op Zijn goedertierenheid hopen. De Heere; o Sion! loof uw God. O Jeruzalem! roem den Want Hij maakt de grendelen uwer poorten sterk; Hij zegent uw kinderen binnen in u. Die uw landpalen in vrede stelt; Hij verzadigt u met het vette der tarwe. Hij zendt Zijn bevel op aarde; Zijn woord loopt zeer snel. Hij geeft sneeuw als wol; Hij strooit den rijm als as. Hij werpt Zijn ijs heen als stukken; wie zou bestaan voor Zijn koude? Hij zendt Zijn woord, en doet ze smelten; Hij doet Zijn wind waaien, de wateren vloeien henen. Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend, Israel Zijn inzettingen en Zijn rechten. Alzo heeft Hij geen volk gedaan; en Zijn rechten, die kennen zij niet. Hallelujah!