Bijbelboeken
Psalmen 74:1-23
Bede voor het verwoeste heiligdom
- Een onderwijzing, voor Asaf. O God! waarom verstoot Gij in eeuwigheid? Waarom zou Uw toorn roken tegen de schapen Uwer weide?
- Gedenk aan Uw vergadering, die Gij van ouds verworven hebt; de roede Uwer erfenis, die Gij verlost hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt.
- Hef Uw voeten op tot de eeuwige verwoestingen; de vijand heeft alles in het heiligdom verdorven.
- Uw wederpartijders hebben in het midden van Uw vergaderplaatsen gebruld; zij hebben hun tekenen tot tekenen gesteld.
- Een ieder werd er bekend als een, die de bijlen omhoog aanbrengt in de dichtigheid van een geboomte.
- Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen samen met houwelen en beukhamers in stukken geslagen.
- Zij hebben Uw heiligdommen in het vuur gezet; ter aarde toe hebben zij de woning Uws Naams ontheiligd.
- Zij hebben in hun hart gezegd: Laat ze ons te zamen uitplunderen; zij hebben alle Gods vergaderplaatsen in het land verbrand.
- Wij zien onze tekenen niet; er is geen profeet meer, noch iemand bij ons, die weet, hoe lang.
- Hoe lang, o God! zal de wederpartijder smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren?
- Waarom trekt Gij Uw hand, ja, Uw rechterhand af? Trek haar uit het midden van Uw boezem; maak een einde.
- Evenwel is God mijn Koning van ouds af, Die verlossingen werkt in het midden der aarde.
- Gij hebt door Uw sterkte de zee gespleten; Gij hebt de koppen der draken in de wateren verbroken.
- Gij hebt de koppen des Leviathans verpletterd; Gij hebt hem tot spijs gegeven aan het volk in dorre plaatsen.
- Gij hebt een fontein en beek gekliefd; Gij hebt sterke rivieren uitgedroogd.
- De dag is Uwe, ook is de nacht Uwe; Gij hebt het licht en de zon bereid.
- Gij hebt al de palen der aarde gesteld; zomer en winter, die hebt Gij geformeerd.
- Gedenk hieraan; de vijand heeft den Heere gesmaad, en een dwaas volk heeft Uw Naam gelasterd.
- Geef aan het wild gedierte de ziel Uwer tortelduif niet over; vergeet den hoop Uwer ellendigen niet in eeuwigheid.
- Aanschouw het verbond; want de duistere plaatsen des lands zijn vol woningen van geweld.
- Laat den verdrukte niet beschaamd wederkeren; laat den ellendige en nooddruftige Uw Naam prijzen.
- Sta op, o God! twist Uw twistzaak; gedenk der smaadheid, die U van den dwaze wedervaart den ganse dag.
- Vergeet niet het geroep Uwer wederpartijders; het getier dergenen, die tegen U opstaan, klimt geduriglijk op.
Ga naar hoofdstuk 73 of hoofdstuk 75.
Bekijk de berijmde versie van Psalm 74.