Psalmen 94:1-23
Bede om rechtvaardigheid tegenover de goddelozen
Heere, God der wraken! verschijn blinkende.
O God der wraken! oGij, Rechter der aarde! verhef U; breng vergelding weder over de hovaardigen.
Heere! hoe lang zullen de goddelozen van vreugde opspringen?
Hoe lang zullen de goddelozen, oUitgieten? hard spreken? alle werkers der ongerechtigheid zich beroemen?
Heere! zij verbrijzelen Uw volk, en zij verdrukken Uw erfdeel.
ODe weduwe en den vreemdeling doden zij, en zij vermoorden de wezen.
Heere ziet het niet, en de God van Jakob merkt het niet.
En zeggen: DeAanmerkt, gij onvernuftigen onder het volk! en gij dwazen! wanneer zult gij verstandig worden?
Zou Hij, Die het oor plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen?
Zou Hij, Die de heidenen tuchtigt, niet straffen, Hij, Die den mens wetenschap leert?
Heere weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn.
DeHeere! dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet,
Welgelukzalig is de man, oOm hem rust te geven van de kwade dagen; totdat de kuil voor den goddeloze gegraven wordt.
Heere zal Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn erve niet verlaten.
Want deWant het oordeel zal wederkeren tot de gerechtigheid; en alle oprechten van hart zullen hetzelve navolgen.
Wie zal voor mij staan tegen de boosdoeners? Wie zal zich voor mij stellen tegen de werkers der ongerechtigheid?
Heere mij een Hulp geweest ware, mijn ziel had bijna in de stilte gewoond.
Ten ware dat deHeere! ondersteunde mij.
Als ik zeide: Mijn voet wankelt; Uw goedertierenheid, oAls mijn gedachten binnen in mij vermenigvuldigd werden, hebben Uw vertroostingen mijn ziel verkwikt.
Zou zich de stoel der schadelijkheden met U vergezelschappen, die moeite verdicht bij inzetting?
Zij rotten zich samen tegen de ziel des rechtvaardigen, en zij verdoemen onschuldig bloed.
Heere is mij geweest tot een Hoog Vertrek, en mijn God tot een Steenrots mijner toevlucht.
Doch deHeere, onze God, zal hen verdelgen.
En Hij zal hun ongerechtigheid op hen doen wederkeren, en Hij zal hen in hun boosheid verdelgen; de