Bijbelboeken
Psalmen 143:1-12
Gebed om haastige verlossing van de vijanden
- Een psalm van David. O Heere! hoor mijn gebed, neig de oren tot mijn smekingen; verhoor mij naar Uw waarheid, naar Uw gerechtigheid.
- En ga niet in het gericht met Uw knecht; want niemand, die leeft, zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn.
- Want de vijand vervolgt mijn ziel, hij vertreedt mijn leven ter aarde; hij legt mij in duisternissen, als degenen, die over lang dood zijn.
- Daarom wordt mijn geest overstelpt in mij, mijn hart is verbaasd in het midden van mij.
- Ik gedenk aan de dagen van ouds; ik overleg al Uw daden; ik spreek bij mijzelven van de werken Uwer handen.
- Ik breid mijn handen uit tot U; mijn ziel is voor U als een dorstig land. Sela.
- Verhoor mij haastelijk, Heere! mijn geest bezwijkt; verberg Uw aangezicht niet van mij, want ik zou gelijk worden dengenen, die in den kuil dalen.
- Doe mij Uw goedertierenheid in den morgenstond horen, want ik betrouw op U; maak mij bekend den weg, dien ik te gaan heb, want ik hef mijn ziel tot U op.
- Red mij, Heere! van mijn vijanden; bij U schuil ik.
- Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God! Uw goede Geest geleide mij in een effen land.
- O Heere! maak mij levend, om Uws Naams wil; voer mijn ziel uit de benauwdheid, om Uw gerechtigheid.
- En roei mijn vijanden uit, om Uw goedertierenheid, en breng hen om, allen, die mijn ziel beangstigen; want ik ben Uw knecht.
Ga naar hoofdstuk 142 of hoofdstuk 144.
Bekijk de berijmde versie van Psalm 143.