Van den voorspoed der goddelozen

Dit is nummer 19 van de Ziekentroost.

En al is het dat de goddelozen in groten voorspoed leven, gelijk David en de profeten getuigen, zo moeten wij ons niet verwonderen en ook niet struikelen, maar ons vertroosten, verzekerd zijnde dat hun einde de eeuwige dood is; Hij rukt hen uit als schapen, dat zij geslacht worden. Daarom is het verwonderlijk dat de gelovigen niet nog meer tegenspoed hebben, vanwege de heerlijke vreugde, die voor hen bereid is; en daarentegen, dat de goddelozen niet nog meer voorspoed hebben, dan zij doen, om de gruwelijke verdoemenis, die voor hen aanstaande is. Daarom, al is het dat de beproeving der gelovigen ongelijk is aan die der goddelozen, zo kan ook de opstanding der doden ongelijk wezen.

Ga naar ziekentroost 20: Van de verrijzenis der doden
of ziekentroost 18: De wet Gods eist van ons, volkomen te zijn