Deuteronomium 18:9-14
Verbod tegen waarzeggerij
Heere, uw God, u geven zal, zo zult gij niet leren te doen naar de gruwelen van dezelve volken. Wanneer gij komt in het land, dat de Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat, een guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar. Of een bezweerder, die met bezwering omgaat, of die een waarzeggenden geest vraagt, of een duivelskunstenaar, of die de doden vraagt.Heere een gruwel; en om dezer gruwelen wil verdrijft hen de Heere, uw God, voor uw aangezicht, uit de bezitting. Want al wie zulks doet, is den Heere, uw God. Oprecht zult gij zijn met den Heere, uw God, heeft u zulks niet toegelaten. Want deze volken, die gij zult erven, horen naar guichelaars en waarzeggers; maar u aangaande, de
Ga naar hoofdstuk 17 of hoofdstuk 19.