Jozua 4:19-24
Oprichting der stenen te Gilgal
- Het volk nu was den tienden der eerste maand uit de Jordaan opgeklommen; en zij legerden zich te Gilgal, aan het oosteinde van Jericho.
- En Jozua richtte die twaalf stenen te Gilgal op, die zij uit de Jordaan genomen hadden.
- En hij sprak tot de kinderen Israels, zeggende: Wanneer uw kinderen morgen hun vaderen vragen zullen, zeggende: Wat zijn deze stenen?
- Zo zult gij het uw kinderen te kennen geven, zeggende: Op het droge is Israel door deze Jordaan gegaan.
- Want de Heere, uw God, heeft de wateren van de Jordaan voor uw aangezichten doen uitdrogen, totdat gijlieden er waart doorgegaan; gelijk als de Heere, uw God, aan de Schelfzee gedaan heeft, die Hij voor ons aangezicht heeft doen uitdrogen, totdat wij daardoor gegaan waren;
- Opdat alle volken der aarde de hand des Heeren kennen zouden, dat zij sterk is; opdat gijlieden den Heere, uw God, vrezet te allen dage.
Ga naar hoofdstuk 3 of hoofdstuk 5.