Gezangen
Op deze website zijn de volgende psalmen en gezangen opgenomen:
- Psalmen: vertaling 1773
- 12 enige gezangen: vertaling 1773
- Gezangen: vertaling 1938
Hierdoor zijn er 150 psalmen (en 12 enige gezangen) en 306 gezangen opgenomen.
Alfabetisch register van de Gezangen
Aan de deur der wereldtijden
Gezang
231:3
231:3
Aan de deur van 's harten woning
Gezang
231:1
231:1
Aan de eindpaal van de tijden
Gezang
131:2
131:2
Aan des Heren kruis te denken,
Gezang
47:1
47:1
Aan het kruis verborg zich slechts uw godd'lijkheid,
Gezang
250:3
250:3
Aan 't kruis kiest Christus voor de nood
Gezang
60:2
60:2
Aan U, die ons het heil bereidt,
Gezang
254:6
254:6
Aan welke plaats ik mij bevind,
Gezang
167:8
167:8
Aard', eens wijkt uw schoon en luister,
Gezang
242:4
242:4
Aarde, zing des Hoogsten lof,
Gezang
26:3
26:3
Ach, blijf met uw genade,
Gezang
162:1
162:1
Ach, blijf met uw genade,
Gezang
214:1
214:1
Ach, blijf ons met uw trouwe
Gezang
214:6
214:6
Ach, licht ons met uw stralen,
Gezang
214:3
214:3
Ach, neem ons in uw hoede,
Gezang
214:5
214:5
Ach, ons schamel lied,
Gezang
71:4
71:4
Ach, zie ons dwalen af en aan,
Gezang
227:5
227:5
Al ben ik vol van zonden,
Gezang
154:3
154:3
Al brengt ons eigenwillig hart
Gezang
176:4
176:4
Al hebt G',o God, vermenigvuldigd
Gezang
10:2
10:2
Al is het einde ook verborgen
Gezang
244:2
244:2
Al trekken op van alle kant
Gezang
97:3
97:3
Al was de wereld nog zo wijd,
Gezang
11:8
11:8
Al wat zondig is veracht,
Gezang
234:6
234:6
Alle ding doordringt Gij, laat toch onder allen
Gezang
265:3
265:3
Alle mensen moeten sterven,
Gezang
238:1
238:1
Alle roem is uitgesloten,
Gezang
173:1
173:1
Alle volken, looft de Here,
Gezang
150:1
150:1
Alles laat ik varen,
Gezang
223:2
223:2
Alles wat U prijzen kan,
Gezang
149:2
149:2
Als David moeste vluchten
Gezang
301:8
301:8
Als de Rechter is gezeten,
Gezang
124:6
124:6
Als de zon, zo zijn Gods heil'gen,
Gezang
235:3
235:3
Als een dienstknecht kwaamt Gij neer,
Gezang
23:3
23:3
Als een Herder wil Hij trouw
Gezang
168:3
168:3
Als een prins opgezeten (=te paard)
Gezang
301:11
301:11
Als een van ziel, als een van zin,
Gezang
258:2
258:2
Als 'k eens van d' aarde scheide,
Gezang
32:5
32:5
Als Gij mij roept naar het kruis
Gezang
299:3
299:3
Als Gij mij roept naar uwe wil
Gezang
192:3
192:3
Als Gij nog voor mij bewaart
Gezang
299:4
299:4
Als gij, o vrome, dikwijls hebt gesmaakt,
Gezang
303:2
303:2
Als God mij vertroost, is 't kruis niet te zwaar,
Gezang
202:3
202:3
Als God, mijn God, maar voor mij is,
Gezang
201:1
201:1
Als ik Hem maar kenne,
Gezang
223:1
223:1
Als ik het wond're kruis aanschouw,
Gezang
48:1
48:1
Als ik in gedachten sta
Gezang
46:1
46:1
Als ik te prijzen tracht,
Gezang
126:3
126:3
Als lente blij ons tegenlacht,
Gezang
291:2
291:2
Als onze geest nauwlettend wikt,
Gezang
277:3
277:3
Als wij de doodsvallei betreen,
Gezang
196:8
196:8
Alzo was 't en alzo zij 't,
Gezang
296:5
296:5
Amen, Jezus Christus, amen!
Gezang
166:4
166:4
Arts aller zielen, 't is genoeg,
Gezang
227:2
227:2
Bedreigt mij leed, ontmoet mij smart,
Gezang
171:3
171:3
Bedrukte Rachal, schort dit waren:
Gezang
20:3
20:3
Behoed mij toch op uwe wegen,
Gezang
218:6
218:6
Behoed uw Kerk, zet uit, o God, haar palen,
Gezang
103:1
103:1
Bereid zijn, klinkt de last: zo neemt dan saam de vouwen
Gezang
298:7
298:7
Bereidt, bereidt uw harten,
Gezang
6:1
6:1
Beste Trooster in de smart,
Gezang
77:3
77:3
Beveel gerust uw wegen,
Gezang
180:1
180:1
Bewaar mij, dat uw heilig woord
Gezang
212:3
212:3
Bewaar ons, dat w' U nooit bedroeven,
Gezang
86:3
86:3
Bewaar, o God, hun ziel en zinnen,
Gezang
257:6
257:6
Bezegel ons uw trouwe,
Gezang
162:7
162:7
Bidt, waket en maket, dat g' in bekoring
Gezang
302:3
302:3
Bij 't bloedlicht der flambouwen,
Gezang
112:3
112:3
Bij 't krieken van de dageraad
Gezang
60:1
60:1
Bij 's werelds aanvang sprak uw mond:
Gezang
140:2
140:2
Bij 't zwijmen van het zonnelicht,
Gezang
33:8
33:8
'k Bleef Gods roeping nog weerstreven,
Gezang
173:4
173:4
Blijf bij mij, Heer, want d' avond is nabij.
Gezang
282:1
282:1
Blijf bij ons, Heer, te dezer tijd;
Gezang
167:10
167:10
Blijf door uw trouw ons zwak geloof beschamen,
Gezang
103:3
103:3
Blijf in leven en in sterven,
Gezang
159:10
159:10
Blijf, o God, in onze dagen
Gezang
104:4
104:4
Bloemen zijn wij, die verkwijnen
Gezang
147:4
147:4
Brengt u d' aanvang luttel zegen,
Gezang
109:5
109:5
Broeders, komt, de Heiland noodt!
Gezang
252:1
252:1
Bron der hoogste zaligheden,
Gezang
81:1
81:1
Bron van licht en kracht te gader,
Gezang
175:3
175:3
't Brood, dat ik daar heb zien breken,
Gezang
256:2
256:2
Buig, wat hard, onbuigzaam is,
Gezang
77:8
77:8
Christus heeft zeer geleden,
Gezang
57:3
57:3
Christus is neergestegen,
Gezang
57:4
57:4
Christus is nu verrezen,
Gezang
57:5
57:5
Christus is opgestanden
Gezang
57:1
57:1
Christus is verschenen
Gezang
13:1
13:1
Christus, Gij hebt aan uw Kerk
Gezang
266:2
266:2
Christus, heilig Godslam,
Gezang
37:1
37:1
Christus, heilig Godslam,
Gezang
37:2
37:2
Christus, heilig Godslam,
Gezang
37:3
37:3
Christus, kroon der dapp're helden,
Gezang
235:4
235:4
Christus, onze Heer, verrees,
Gezang
61:1
61:1
Christus, van zo ver gekomen,
Gezang
231:2
231:2
D' aarde was in nacht verzonken,
Gezang
30:1
30:1
d' Allerhoogste zij geprezen,
Gezang
272:1
272:1
d' Almachtig' is mijn Herder en Geleide,
Gezang
182:1
182:1
D' een zei: de wereld geeft geen baat,
Gezang
283:4
283:4
Daal Schepper, Heil'ge Geest, daal af!
Gezang
78:1
78:1
Daar boven in des hemels troon,
Gezang
58:8
58:8
Daar die verwachting in ons leeft,
Gezang
196:5
196:5
Daar G' U voor mij hebt in de dood gegeven,
Gezang
34:6
34:6
Daar is die zegenrijke nacht,
Gezang
27:1
27:1
Daar is geen hulp voorhanden,
Gezang
305:2
305:2
Daar is uit 's werelds duist're wolken
Gezang
10:1
10:1
Daar komt een schip geladen
Gezang
2:1
2:1
Daar trekken z' uit in alle landen,
Gezang
105:2
105:2
Daar zal reine vreugde wonen,
Gezang
238:4
238:4
Daarom wil ik dit mijn leven,
Gezang
238:2
238:2
Dag des toorns, o dag des Heren,
Gezang
124:1
124:1
Dag van Christus' heerlijkheid,
Gezang
261:4
261:4
Dan blijft mijn ziel voor U gewonnen,
Gezang
229:4
229:4
Dan ziet het oog des blindgeboren'
Gezang
111:3
111:3
Dan, zo geheiligd in de Heer,
Gezang
211:3
211:3
Dank Vader, dank voor die genade,
Gezang
280:3
280:3
Dank Vader, voor dat heilrijk woord,
Gezang
273:3
273:3
Dank, aanbidding, prijs en ere,
Gezang
242:3
242:3
Dank, mijn Heiland, voor uw lijden,
Gezang
49:4
49:4
Dankbaar geloofden, hoopten wij,
Gezang
227:6
227:6
Dankt, dankt nu allen God
Gezang
135:1
135:1
Dat dan geen donker ogenblik
Gezang
176:3
176:3
Dat dan geen vrees ons hart beknell',
Gezang
63:3
63:3
Dat de tijd hier 't al verover',
Gezang
292:3
292:3
Dat 's God! Oneindig, eeuwig wezen
Gezang
133:2
133:2
Dat heet gadelooz' ontferming,
Gezang
173:6
173:6
Dat het kruis mijn heil bewerke,
Gezang
44:4
44:4
Dat ik die liefde slechts bezat,
Gezang
213:5
213:5
Dat in ons hart dit vast geloof
Gezang
161:4
161:4
Dat ons hart uw Geest verbeide,
Gezang
267:2
267:2
Dat steeds, o hoogste Majesteit,
Gezang
161:6
161:6
Dat uw glans ook daar ons schijn',
Gezang
128:5
128:5
Dat 's vijands macht,
Gezang
193:6
193:6
Dat w' U deez' dag, o Jezus, wijden,
Gezang
268:1
268:1
De broederkring is wijd getrokken
Gezang
110:4
110:4
De Christenschare, blij van geest,
Gezang
19:1
19:1
De dag der kroning is gekomen,
Gezang
72:1
72:1
De dag, door uwe gunst ontvangen,
Gezang
281:1
281:1
De dageraad met rode glans
Gezang
54:1
54:1
De dood verbreekt zijn banden,
Gezang
241:2
241:2
De dorre vlakte der woestijnen
Gezang
111:1
111:1
De duisternis gaat wijken
Gezang
8:2
8:2
De gedacht'nis van uw sterven,
Gezang
249:4
249:4
De Geest, die Gij doet dalen,
Gezang
84:2
84:2
De genade van onze Heer Jezus Christus,
Gezang
95:1
95:1
De haan, de bode van de dag,
Gezang
275:1
275:1
De heem'len schiept Gij door uw woord,
Gezang
134:4
134:4
De Heer heeft eertijds zijnen volke
Gezang
146:3
146:3
De Heer in zijne troon, zeer schoon,
Gezang
145:1
145:1
De Heer is God en niemand meer:
Gezang
138:1
138:1
De Heer is God, een enig Heer,
Gezang
134:1
134:1
De Heer is mijn herder!
Gezang
184:1
184:1
De Heer is mijn Herder!
Gezang
184:2
184:2
De Heer is mijn Herder!
Gezang
184:3
184:3
De Heer is mijn Herder!
Gezang
184:4
184:4
De Heer is mijn Herder!
Gezang
184:5
184:5
De Heer is waarlijk opgestaan
Gezang
82:1
82:1
De Heer moet gij vertrouwen,
Gezang
180:2
180:2
De Heer regeert! Zijn Koninkrijk staat vast,
Gezang
130:2
130:2
De Heil'ge Geest zij eer en prijs!
Gezang
90:4
90:4
De Heil'ge Geest, die haar de toekomst spelt,
Gezang
130:3
130:3
De hemelse eng'len
Gezang
18:2
18:2
De Here sprak tot mijne Here:
Gezang
72:3
72:3
De hoge God alleen zij eer,
Gezang
90:1
90:1
De kalme gang, de kleine taak,
Gezang
277:4
277:4
De kerk is veilig in uw zorg,
Gezang
141:2
141:2
De lendenen omgord en brandende de lampen!
Gezang
298:1
298:1
De lendenen omgord! Schikt weg wat u zou hind'ren,
Gezang
298:2
298:2
De mond des grafs is toegedaan,
Gezang
55:4
55:4
De nacht, de moeder van de rust,
Gezang
279:1
279:1
De oude machten, zond' en dood,
Gezang
59:2
59:2
De spotter, die de waarheid smaadt,
Gezang
101:3
101:3
De stem, die fluistert in onz' oren,
Gezang
110:3
110:3
De ster, die aan de hemel rees,
Gezang
16:2
16:2
De tijd draagt alle mensen voort
Gezang
293:5
293:5
De tijd heb ik verloren,
Gezang
154:2
154:2
De verste volken zelfs getuigen:
Gezang
86:2
86:2
De vreugd' is kern der dagen,
Gezang
284:2
284:2
De wierook moet zijn god'lijkheid,
Gezang
16:4
16:4
De wijzen hebben 't Kind aanschouwd
Gezang
16:3
16:3
De zonne, voor wier stralen
Gezang
8:4
8:4
Deez' aard is uw, o Heer der heren!
Gezang
288:1
288:1
Deez' mens is krank, die heeft verdriet,
Gezang
283:3
283:3
Der liefde dienst! O leer ons dit:
Gezang
120:2
120:2
Der sterren pracht
Gezang
153:2
153:2
Der volken volheid komt te zaam
Gezang
141:3
141:3
Des Konings vanen rukken voort
Gezang
36:1
36:1
Deze zon verdwijnt niet weder,
Gezang
30:2
30:2
Die bloem van wond're luister,
Gezang
17:2
17:2
Die bloem, zo klein en teder,
Gezang
17:3
17:3
Die dan, als onze beden zwijgen,
Gezang
281:2
281:2
Die eer, dat heil was ons beschoren,
Gezang
74:4
74:4
Die hoop moet al ons leed verzachten.
Gezang
244:4
244:4
Die in ons oog de moeite leest,
Gezang
41:7
41:7
Die Maria woudt vergeven
Gezang
124:13
124:13
Die men door steen besloten dacht,
Gezang
54:3
54:3
Die met Hem verbonden,
Gezang
13:3
13:3
Die mijns harten vrede zijt
Gezang
233:1
233:1
Die ons bij de hand
Gezang
71:3
71:3
Die ons, gereinigd door uw bloed,
Gezang
73:2
73:2
Die stervend ons het leven gaf,
Gezang
58:6
58:6
Die velen door uw liefdekracht
Gezang
291:6
291:6
Die vindt het nu,
Gezang
248:5
248:5
Die zijne zalen hoog omhoog
Gezang
145:2
145:2
Diep, o God, in 't stof gebogen,
Gezang
50:1
50:1
Diepe wijsheid zijn uw paden;
Gezang
137:3
137:3
Dierb're Heiland, die mijn smarte,
Gezang
243:3
243:3
Dierb're Heiland, hoor mijn smeken,
Gezang
159:9
159:9
Dierb're Jezus, zo weldadig,
Gezang
256:6
256:6
Dies heffen w' aan, met blij gemoed:
Gezang
285:3
285:3
Dies loven w’ U, Immanuël!
Gezang
27:10
27:10
Dit amen geeft U eer,
Gezang
198:4
198:4
Dit geloof geeft moed en krachten,
Gezang
159:8
159:8
Dit is de dag, die God ons schenkt,
Gezang
24:1
24:1
Dit is de dag, die God ons schenkt,
Gezang
24:6
24:6
Dit is de grote, blijde dag,
Gezang
58:3
58:3
Dit slaat mijn trots, al mijn verdienste neder,
Gezang
34:4
34:4
Doch zo 't U believen zal,
Gezang
99:3
99:3
Doe ons geloven op uw woord,
Gezang
161:2
161:2
Doe toch zo grote dingen
Gezang
156:5
156:5
Dood en schepping zullen beven,
Gezang
124:4
124:4
Door de nacht van strijd en zorgen
Gezang
116:1
116:1
Door ene Heer zijn onze harten,
Gezang
257:3
257:3
Door Hem gekocht, door Hem verlost zijn w' allen,
Gezang
103:2
103:2
Door uwe donk're sluier heen
Gezang
204:1
204:1
Door uwe goede Geest geleid,
Gezang
274:3
274:3
Door uwe trouw
Gezang
193:2
193:2
Door 't vleiende woord der zonde belaagd,
Gezang
202:2
202:2
Door zijn vredeboden
Gezang
113:2
113:2
Doorgestreen! Doorgestreen!
Gezang
108:3
108:3
't Dorstend hart smacht naar de bronwel,
Gezang
235:1
235:1
Drievuldigheid van liefd' en macht,
Gezang
203:4
203:4
Edel en hoog geboren
Gezang
301:5
301:5
Een het lied, dat duizend lippen
Gezang
116:5
116:5
Een is 't doelwit onzer gangen,
Gezang
116:4
116:4
Een is 't uitzicht van verblijden
Gezang
116:6
116:6
Een jaar zinkt in der tijden nacht.
Gezang
294:1
294:1
Een naam is onze hope,
Gezang
112:1
112:1
Een rijsje, dat zo woest een storm bewoog,
Gezang
35:2
35:2
Een roze, fris ontloken,
Gezang
17:1
17:1
Een stem weerklinkt er schoon en luid,
Gezang
106:1
106:1
Een vaste burcht is onze God,
Gezang
97:1
97:1
Een vaste burg is onze God,
Gezang
96:1
96:1
Een weg hebt G' allerwegen,
Gezang
180:4
180:4
Eenmaal als de stonde slaat,
Gezang
174:4
174:4
Eenmaal zal Hij wederkomen,
Gezang
208:7
208:7
Eens komt dan het groot ontwaken,
Gezang
116:8
116:8
Eens word' uw heilwoord aan d' einden der aarde vernomen,
Gezang
152:3
152:3
Eens wordt de sterkste rots vergruisd,
Gezang
188:2
188:2
Eens wordt mij Christus' heerlijkheid
Gezang
60:3
60:3
Eens zingen allen wijd en zijd,
Gezang
141:4
141:4
Eeuwig, onbegrijp'lijk wezen,
Gezang
208:13
208:13
Eind'loos houdt Gods liefde stand!
Gezang
189:1
189:1
Eind'loos houdt Gods liefde stand!
Gezang
189:2
189:2
Eind'loos houdt Gods liefde stand!
Gezang
189:3
189:3
Eind'loos houdt Gods liefde stand!
Gezang
189:4
189:4
Elk heff' met ons de lofzang aan!
Gezang
82:2
82:2
Elk leez' dit als het woord van God
Gezang
188:5
188:5
En als de strijd verwoed is, 't lijden lang,
Gezang
122:5
122:5
En blijft m' ook soms verborgen
Gezang
232:3
232:3
en daarna met Hem sterven,
Gezang
2:6
2:6
En duizend jaar gaan als de dag
Gezang
293:4
293:4
En gedenk ten laatsten dage
Gezang
124:10
124:10
En grimd' ook d' open hel ons aan
Gezang
96:3
96:3
En in 't verborg'ne van de hof,
Gezang
177:5
177:5
En mocht dit jaar mijn laatste wezen,
Gezang
295:7
295:7
En nu ontsluit Hij weer de poort
Gezang
12:4
12:4
En wat er dreig', of wie er woed',
Gezang
201:2
201:2
En wie in groot verblijden
Gezang
2:5
2:5
Ene kudde zal 't eens zijn,
Gezang
261:1
261:1
Eng'len, helpt ons Hem 't aanbidden,
Gezang
147:5
147:5
Enige hemelstad,
Gezang
126:4
126:4
Ere zij aan God, de Vader,
Gezang
93:1
93:1
Ere zij aan Hem, wiens liefde
Gezang
93:2
93:2
Ere zij de Heer der eng'len,
Gezang
93:3
93:3
Ere zij de Vader en de Zoon en de
Gezang
88:1
88:1
G' overwint eens al ons lijden:
Gezang
195:2
195:2
Gaat, waar uw God u roept, en laat zijn wenk u leiden!
Gezang
298:6
298:6
Geboren is een hemels kind
Gezang
11:2
11:2
Gedankt moet zijn de Heer,
Gezang
304:2
304:2
Gedenk aan onze nieuwe leden,
Gezang
257:5
257:5
Geef ons, dat uw getuigenis
Gezang
161:5
161:5
Geef, dat wij op uw Vadertrouw,
Gezang
161:3
161:3
Geef, dat wij U mogen prijzen,
Gezang
169:4
169:4
Geef, Heer, dat w' in uw waarheid staan,
Gezang
260:2
260:2
Geen aardse macht begeren wij,
Gezang
96:2
96:2
Geen duist're schaduw van de dood,
Gezang
183:3
183:3
Geen genade zijn wij waard;
Gezang
168:2
168:2
Geen hart is ergens zondeloos,
Gezang
283:5
283:5
Geen heiligheid wordt hier gevonden,
Gezang
160:2
160:2
Geen tong het ooit verhalen kan,
Gezang
167:5
167:5
Geen vijand vrees ik, als Gij bij mij zijt,
Gezang
282:4
282:4
Geen water blust dit vuur,
Gezang
262:2
262:2
Geest des Heren, kom van boven!
Gezang
76:1
76:1
Gelijk aan 't verre, vreemde strand
Gezang
204:4
204:4
Gelijk als de witte zwanen
Gezang
240:1
240:1
Gelijk de bloem naar zonnegloed,
Gezang
204:2
204:2
Gelijk een lam, dat stil ter slachtbank gaat,
Gezang
35:5
35:5
Gelijk een landman, moe van 't ploegen,
Gezang
244:1
244:1
Geloofd die komt in 's Heren naam!
Gezang
24:4
24:4
Geloofd zij God, die ons bemint,
Gezang
27:11
27:11
Geloofd zij 's Vaders een'ge Zoon!
Gezang
90:3
90:3
Gelukkig is het land,
Gezang
304:1
304:1
Getrouwe God, als 'k dan ga sterven
Gezang
239:5
239:5
Gevlucht naar uwe vaste troon,
Gezang
293:2
293:2
Gewis, mijn misdrijf is geboet,
Gezang
142:4
142:4
Gezalfde Heer en Koning,
Gezang
84:1
84:1
Gezegend d' echt,
Gezang
263:2
263:2
Gezegend 't huis,
Gezang
263:3
263:3
Gezegend is de middagtijd,
Gezang
278:1
278:1
Gezegend was het land, de stad,
Gezang
3:2
3:2
Gij alleen zijt alles waardig,
Gezang
137:2
137:2
Gij antwoord mij, o God, maar wolken nog bedekken
Gezang
187:3
187:3
Gij daaldet van uw hemeltroon,
Gezang
291:4
291:4
Gij drenkt het land,
Gezang
139:9
139:9
Gij gaaft des Geestes reine kracht,
Gezang
291:5
291:5
Gij hebt al wat op aarde is
Gezang
279:3
279:3
Gij hebt ons huis in vree bewaard,
Gezang
291:3
291:3
Gij hebt, o albestierend Koning,
Gezang
207:1
207:1
Gij Isrels Vorst, Gods eigen Zoon,
Gezang
33:4
33:4
Gij Jezus, die ten troon verheven,
Gezang
74:1
74:1
Gij kwaamt op aard' om mens te zijn,
Gezang
171:2
171:2
Gij 't offer, dat aan God behaagt,
Gezang
33:6
33:6
Gij parel aan des Vaders kroon,
Gezang
251:2
251:2
Gij riep mij in het leven
Gezang
148:2
148:2
Gij schenkt met volle handen,
Gezang
4:7
4:7
Gij sterft en laat die troost ons na:
Gezang
33:11
33:11
Gij toogt als Heiland door de landen,
Gezang
224:2
224:2
Gij waart hun rots, hun vesting en hun kracht,
Gezang
122:2
122:2
Gij wacht niet tot wij vragen,
Gezang
148:3
148:3
Gij wilt met vrede tot ons komen,
Gezang
10:4
10:4
Gij wordt gegeseld en gekroond met doornen,
Gezang
42:2
42:2
Gij zaagt uw Heer ten hemel varen,
Gezang
72:4
72:4
Gij ziet ook duizend duizend zielen
Gezang
74:2
74:2
Gij zijt de Trooster, die ons leidt,
Gezang
78:2
78:2
Gij zijt mijn doel, verheven gouden stad!
Gezang
127:4
127:4
Gij zijt mijn voor alle dagen,
Gezang
219:10
219:10
Gij zijt ons schild en hebt uw oge,
Gezang
199:2
199:2
Gij zijt rechtvaardig, heilig, goed,
Gezang
138:7
138:7
Gij zijt, van voor Gij zee en aard
Gezang
293:3
293:3
Gij zit in heerlijkheid aan 's Vaders rechterhand,
Gezang
132:5
132:5
Gij, aardrijks bont gewemel,
Gezang
143:3
143:3
Gij, Christen, die op Hem vertrouwt,
Gezang
101:4
101:4
Gij, Christus, zijt het Hoofd
Gezang
83:3
83:3
Gij, die als God de zonde haat,
Gezang
28:5
28:5
Gij, die ons bidden ziet,
Gezang
198:2
198:2
Gij, door uw liefd’ ondenkbaar groot,
Gezang
28:4
28:4
Gij, Gij zijt de beste gave,
Gezang
81:3
81:3
Gij, heil'ge Liefde, zend uw gloed,
Gezang
79:3
79:3
Gij, het zout, het licht der aarde,
Gezang
210:9
210:9
Gij, hoogste Troost in alle nood,
Gezang
79:4
79:4
Gij, Jezus, die ons saam verbindt,
Gezang
258:5
258:5
Gij, Jezus, hebt de last gedragen,
Gezang
52:2
52:2
Gij, Jezus, hebt m' aan 't kruis omarmd
Gezang
213:2
213:2
Gij, o Jezus, hebt gedragen
Gezang
49:2
49:2
Gij, van Gods liefde 't onderpand,
Gezang
78:3
78:3
Gij, wien 's hemels reine scharen,
Gezang
249:3
249:3
Gij, zalig Licht, geef ons Uw schijn,
Gezang
79:2
79:2
Gij,'t heil der ziel, in nare nood
Gezang
172:2
172:2
Ging zij met Christus ginds op Golgotha verloren,
Gezang
225:3
225:3
God des need'rigen en stillen,
Gezang
206:3
206:3
God des vredes, heil en vrede
Gezang
271:1
271:1
God en Vader, neem dit kroost
Gezang
245:1
245:1
God enkel licht,
Gezang
153:1
153:1
God heeft ons zijn woord gegeven
Gezang
185:1
185:1
God in de hoog' alleen zij eer
Gezang
91:1
91:1
God is getrouw, zijn plannen falen niet,
Gezang
130:1
130:1
God is mijn lied,
Gezang
139:1
139:1
God is mijn troost, mijn vreugd, mijn hoop,
Gezang
192:2
192:2
God is tegenwoordig, die in 't licht daarboven
Gezang
265:2
265:2
God is tegenwoordig; God is in ons midden,
Gezang
265:1
265:1
God is zelf vooraan geschreden.
Gezang
116:3
116:3
God kent alleen het naaste pad,
Gezang
196:4
196:4
God roept ons, broeders, tot de daad,
Gezang
121:1
121:1
God roept, en in Hem is de kracht,
Gezang
121:2
121:2
God roept, en wat de mensen scheidt,
Gezang
121:3
121:3
God schonk m' in de goede uren
Gezang
219:5
219:5
God, Gij zijt mijn God, ik kniele,
Gezang
206:4
206:4
God, mens voor ons, voor mensen, ja!
Gezang
27:8
27:8
God, zou ons hart het ooit vergeten
Gezang
306:3
306:3
Gods troon ontvloeit een glanzend licht,
Gezang
251:3
251:3
Gods woord houdt stand in eeuwigheid
Gezang
96:4
96:4
Goed en bloed, stof, ziel en leven
Gezang
219:3
219:3
Goedertieren is de Heer,
Gezang
114:1
114:1
Gord stevig ons de lenden,
Gezang
162:5
162:5
Gord u aan! Gord u aan!
Gezang
108:1
108:1
Gordt u aan! Gordt u aan!
Gezang
119:1
119:1
Groot en klein uit alle oorden
Gezang
107:2
107:2
Grote God, wij loven U,
Gezang
149:1
149:1
Gulden gloeit d' avond in een stralend rood:
Gezang
122:6
122:6
Guldene hemelstad,
Gezang
126:1
126:1
Gun, dat 'k U dankbaar nader,
Gezang
39:3
39:3
Halleluja, dankt de milde Vader.
Gezang
297:2
297:2
Halleluja, de blijde toon,
Gezang
58:1
58:1
Halleluja, de Geest zij eer!
Gezang
89:3
89:3
Halleluja, eeuwig dank en ere,
Gezang
94:1
94:1
Halleluja, God en Heer,
Gezang
114:2
114:2
Halleluja, Halleluja, Halleluja!
Gezang
55:1
55:1
Halleluja, huld' en eer geboden
Gezang
297:3
297:3
Halleluja, lof zij de Heer!
Gezang
89:1
89:1
Halleluja, lof zij de Heer!
Gezang
89:4
89:4
Halleluja, lof zij de Zoon,
Gezang
89:2
89:2
Halleluja, lof, aanbidding
Gezang
93:4
93:4
Halleluja, lofgezongen
Gezang
166:1
166:1
Halleluja, 't loflied rijze
Gezang
166:3
166:3
Halleluja, looft den Heer!
Gezang
26:1
26:1
Halleluja, onze zangen
Gezang
166:2
166:2
Halleluja, prijst de Onbegonnen,
Gezang
297:1
297:1
'k Heb aan 's Heilands dis gezeten,
Gezang
256:1
256:1
'k Heb Jezus lief! Hij heeft Gods recht voldaan,
Gezang
170:2
170:2
'k heb Jezus lief! Hij is mijn licht en kracht,
Gezang
170:1
170:1
'k Heb Jezus lief! Hij leidt mij langs zijn pad,
Gezang
170:4
170:4
'k Heb Jezus lief! Hij reinigt mijn gemoed
Gezang
170:3
170:3
'k Heb Jezus lief! Hij zal mij door zijn raad
Gezang
170:6
170:6
'k Heb Jezus lief! Ik zal verruimd van hart
Gezang
170:5
170:5
'k Heb U altijd van node, dag en nacht,
Gezang
282:3
282:3
Heeft onze mond U soms gesmaad,
Gezang
227:4
227:4
Heeft ooit een onnozel kind
Gezang
299:2
299:2
Heem'lingen, u reien stelt,
Gezang
167:12
167:12
Heer, bij 't genot van wijn en brood,
Gezang
254:5
254:5
Heer, ik kom met een verslagen
Gezang
124:17
124:17
Heer, mijn hart is boos en schuldig,
Gezang
163:1
163:1
Heer, mijn herder, 'k blijf U beiden,
Gezang
219:9
219:9
Heer, ontferm U over ons,
Gezang
149:3
149:3
Heer, tot U vlucht
Gezang
193:4
193:4
Heer, tot wie zou ik mij wenden,
Gezang
191:1
191:1
Heer, verzoener van mijn zonden,
Gezang
49:3
49:3
Heer, waar dan heen?
Gezang
153:3
153:3
Heer,ik wil uw liefde loven,
Gezang
300:2
300:2
Heerlijk en prachtig
Gezang
129:2
129:2
Heft aan, heft aan een luiden zang,
Gezang
29:1
29:1
Heft aan, het hart vol dank en lof,
Gezang
29:3
29:3
Heft aan, verheugt u, Christ'nen, samen,
Gezang
105:1
105:1
Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Gezang
3:1
3:1
Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Gezang
3:3
3:3
Heft uw ogen langs de velden,
Gezang
286:1
286:1
Heft, Christ'nen, heft uw lofzang aan,
Gezang
67:1
67:1
Heil altaar, heil het Offerlam,
Gezang
36:6
36:6
Heil de Vorst der eeuwigheid,
Gezang
25:3
25:3
Heil'ge Geest, daal op ons bidden
Gezang
272:2
272:2
Heil'ge Geest, daal tot ons neer,
Gezang
77:1
77:1
Heil'ge Geest, wil vroeg en spa
Gezang
245:3
245:3
Heil'ge gemeenschap, band in lief en leed!
Gezang
122:4
122:4
Heil'ge Jezus, mij ten leven,
Gezang
216:1
216:1
Heil'ge Jezus, vorm mijn leden,
Gezang
216:3
216:3
Heil'ge Rechter van het kwade,
Gezang
124:8
124:8
Heiland, Christus, aller Heer,
Gezang
23:1
23:1
Heiland, eind'loos van ontfermen,
Gezang
159:5
159:5
Heiland, Gij weet, hoe bange zorg
Gezang
227:3
227:3
Heiland, Gij wilt door uw bloed
Gezang
245:2
245:2
Heiland, laat ons waardig komen,
Gezang
249:1
249:1
Heilig God, barmhartig Vader,
Gezang
157:5
157:5
Heilig is, o God, uw wezen,
Gezang
157:2
157:2
Heilig licht en Gids ten leven,
Gezang
76:2
76:2
Heilig' God, voor wie slechts waarheid,
Gezang
157:1
157:1
Heilig, heerlijk Opperwezen,
Gezang
137:1
137:1
Heilig, heilig, heilig
Gezang
92:1
92:1
Heilig, heilig, heilig
Gezang
92:4
92:4
Heilig, heilig, heilig!
Gezang
92:2
92:2
Heilig, heilig, heilig!
Gezang
92:3
92:3
Heilig, heilig, nog eens heilig,
Gezang
133:4
133:4
Heilige gedacht'nis van des Heren dood!
Gezang
250:5
250:5
Help de ziel, die raad'loos schreit,
Gezang
252:4
252:4
Hem, die blijde herders vonden,
Gezang
22:3
22:3
Hemel en aarde zijn verheugd,
Gezang
58:4
58:4
Hemelse schoonheid,
Gezang
221:5
221:5
Herders op den velde
Gezang
14:2
14:2
Here Jezus, zie ons saam
Gezang
266:1
266:1
Here, kere van ons af
Gezang
99:1
99:1
's Heren heilwoord kan niet falen!
Gezang
109:3
109:3
Het anker valt ter rede,
Gezang
2:3
2:3
Het eeuwige Godswoord,
Gezang
18:3
18:3
Het ga ten leven, 't ga ten dode,
Gezang
110:2
110:2
Het huis is rijk,
Gezang
248:2
248:2
Het Kind, waarvoor een sterre rijst,
Gezang
19:2
19:2
Het kruis te zaam
Gezang
263:4
263:4
Het Lam verwon al wat op aard'
Gezang
41:4
41:4
Het Lam, voor ons op aard' geslacht,
Gezang
41:1
41:1
Het leven is: een krijgsbanier,
Gezang
118:1
118:1
Het leven is: geen vreed' alhier,
Gezang
118:3
118:3
Het leven overwint de dood,
Gezang
56:3
56:3
Het lijf, door nagelen verkracht,
Gezang
36:2
36:2
Het oosten offert wierook, goud
Gezang
19:3
19:3
Het rijk des doods heerst nu niet meer,
Gezang
55:2
55:2
Het wintergraan, met zorg vergaard,
Gezang
285:2
285:2
Het woord, dat zult gij laten staan,
Gezang
97:4
97:4
Het zwerk blijft somber nederhangen,
Gezang
290:1
290:1
Heugelijke tijding,
Gezang
113:1
113:1
Hier danken w' U met al uw leden,
Gezang
268:3
268:3
Hier hangt Hij aan het kruis, verwond
Gezang
36:3
36:3
Hier is de wijsheid ongeacht,
Gezang
19:5
19:5
Hier op deez' aard, die wij bewonen,
Gezang
74:3
74:3
Hier schuilt dat godd'lijk aangezicht,
Gezang
19:4
19:4
Hier verspreidt geen maan haar glansen,
Gezang
235:2
235:2
Hier zullen wij ons met uw vrinden,
Gezang
268:2
268:2
Hij blijft altijd komen
Gezang
13:2
13:2
Hij brengt mij op de heirbaan van zijn wetten
Gezang
182:2
182:2
Hij brengt u alle zaligheid,
Gezang
11:4
11:4
Hij daalt uit 's Vaders schoot terneer
Gezang
12:2
12:2
Hij is 't, die als ons lief en leed
Gezang
41:8
41:8
Hij is en blijft al wat Hij is,
Gezang
138:2
138:2
Hij is ons hoofd, wij zijn zijn leden,
Gezang
69:2
69:2
Hij is, hoe ver Hij schijnen moog,
Gezang
138:5
138:5
Hij kent ons hart,
Gezang
139:6
139:6
Hij komt en draagt de gloriekroon;
Gezang
41:12
41:12
Hij leeft en zal nabij ons zijn,
Gezang
64:3
64:3
Hij meet de maat van al de smart,
Gezang
41:6
41:6
Hij nam de dood zijn buit weer af,
Gezang
59:3
59:3
Hij overwon met leeuwenmoed
Gezang
41:2
41:2
Hij poogt d' Onnooz'le te vernielen
Gezang
20:2
20:2
Hij spreekt als Heer,
Gezang
139:2
139:2
Hij spreekt tot mijn ziel van 't leven in 't licht
Gezang
202:4
202:4
Hij stond gewillig 't leven af,
Gezang
67:2
67:2
Hij verrees ten derden dage,
Gezang
208:5
208:5
Hij voer op ten hoogsten hemel;
Gezang
208:6
208:6
Hij zetelt in geen trots paleis,
Gezang
29:2
29:2
Hij, d' eeuwig rijke God,
Gezang
135:2
135:2
Hij, de kenner aller harten,
Gezang
178:2
178:2
Hij, die als Hogepriester leeft,
Gezang
41:5
41:5
Hij, die heerst op 's hemels troon,
Gezang
25:2
25:2
Hij, die ons gans bestaan doorziet
Gezang
196:2
196:2
Hij, die voor ons zijn leven gaf,
Gezang
63:2
63:2
Hij, die zijn eigen weg wil gaan,
Gezang
196:3
196:3
Hij, ’t beeld des Vaders, Davids loot,
Gezang
27:2
27:2
Hoe bedrukt, hoe neergeslagen
Gezang
44:2
44:2
Hoe blinkt g', o morgenster, zo schoon,
Gezang
251:1
251:1
Hoe blinkt het licht in reine gloed,
Gezang
56:2
56:2
Hoe blinkt uw majesteit alom
Gezang
140:1
140:1
Hoe boven alle schoonheid schoon
Gezang
125:2
125:2
Hoe d' afgrond ons bestrijde,
Gezang
1:8
1:8
Hoe groot, o Heer, en hoe vervaarlijk
Gezang
199:1
199:1
Hoe heeft het alzo U behaagd,
Gezang
11:10
11:10
Hoe heerlijk zijn uw werken, Heer!
Gezang
140:5
140:5
Hoe ik dieper poog te delven,
Gezang
159:4
159:4
Hoe is mijn hart in U verblijd,
Gezang
251:4
251:4
Hoe kent Gij al mijn noden,
Gezang
148:4
148:4
Hoe klimt de nood; zij hebben wreed
Gezang
33:7
33:7
Hoe liep ik als een dwaas te dolen,
Gezang
218:4
218:4
Hoe luttel kracht was hun gegeven,
Gezang
306:2
306:2
Hoe moest ik U zo laat ontdekken,
Gezang
218:3
218:3
Hoe moet ik, hemels zon, U danken,
Gezang
218:5
218:5
Hoe nog stervende zijn mond
Gezang
46:2
46:2
Hoe ook afgezworven,
Gezang
113:3
113:3
Hoe ook 't gevoel van zond' en schuld
Gezang
254:2
254:2
Hoe ras of traag de tijd verdwijnt,
Gezang
73:4
73:4
Hoe 't schip het water kliefde!
Gezang
2:2
2:2
Hoe vreemd, dat voor de schapen zijner weide
Gezang
42:4
42:4
Hoe wordt door Hem mijn hart verkwikt!
Gezang
183:2
183:2
Hoe zacht zien wij de vromen
Gezang
241:1
241:1
Hoe zal ik u ontvangen,
Gezang
1:1
1:1
Hoe zal 't mij zijn, als ik betreed
Gezang
183:5
183:5
Hoe zalig, Vader, is ons lot,
Gezang
176:1
176:1
Hoe zwak ons staam'lend loflied zij,
Gezang
285:4
285:4
Hoopt op God! Gij hebt zijn trouw
Gezang
296:3
296:3
Hoor ik dan, hoe Jezus bad
Gezang
46:3
46:3
Hoor ik, hoe het laatst van al
Gezang
46:8
46:8
Hoor ik, hoe Hij klaagde, dat
Gezang
46:5
46:5
Hoor ik, hoe Hij riep: Mij dorst!
Gezang
46:6
46:6
Hoor onze smeekgebeden,
Gezang
180:11
180:11
Hoor 'k ooit uw kruis door wereldwijzen doemen,
Gezang
34:8
34:8
Hoor, de eng'len zingen d' eer
Gezang
25:1
25:1
Hoort de blijde juichtoon galmen:
Gezang
286:2
286:2
Houd hoog uw kruis voor mijn verdonk'rend oog,
Gezang
282:5
282:5
Houdt Christus zijne Kerk in stand,
Gezang
101:1
101:1
Ieder woelt hier om verand'ring
Gezang
179:2
179:2
IJdel was, o Heer, ons pogen,
Gezang
255:4
255:4
Ik ben een schaapken, dat daar is
Gezang
212:2
212:2
Ik ben hier in het tranendal,
Gezang
125:6
125:6
Ik ben stof, dit sterf'lijk vlees
Gezang
234:3
234:3
Ik ben verdoold op deze jacht,
Gezang
155:2
155:2
Ik bid U, Heer, dat Gij mij schenkt
Gezang
192:4
192:4
Ik geloof de schuldvergeving
Gezang
208:10
208:10
Ik geloof een eeuwig leven,
Gezang
208:12
208:12
Ik geloof een Kerk, die heilig,
Gezang
208:9
208:9
Ik geloof in God de Vader,
Gezang
208:1
208:1
Ik geloof in Jezus Christus,
Gezang
208:2
208:2
Ik geloof van ganser harte
Gezang
208:8
208:8
Ik geloof, dat dit mijn lichaam,
Gezang
208:11
208:11
Ik heb door slechte daden
Gezang
156:2
156:2
Ik heb gejaagd wel jaren lang,
Gezang
155:1
155:1
Ik heb mijn God, dat is genoeg,
Gezang
201:3
201:3
Ik heb U lief, mijn Heer en God,
Gezang
213:1
213:1
Ik hoor de roep van 't leed, der wereld bange vragen,
Gezang
225:4
225:4
Ik hoor trompetten klinken,
Gezang
305:1
305:1
Ik hoor, o Heer, uw liefdetaal;
Gezang
254:4
254:4
Ik kan mijzelf geen wasdom geven:
Gezang
229:2
229:2
Ik kniel aan uwe kribbe neer,
Gezang
21:1
21:1
Ik lag in donkerheid en nacht,
Gezang
21:3
21:3
Ik mag mij vast op zijne staf verlaten
Gezang
182:3
182:3
Ik nader voor uw heilig' ogen
Gezang
158:1
158:1
Ik roem in mijn God, ik juich in zijn trouw,
Gezang
202:5
202:5
Ik weet niet, God, wanneer 'k zal sterven,
Gezang
239:2
239:2
Ik weet, aan wien ik mij vertrouwe,
Gezang
280:5
280:5
Ik wil mij gaan vertroosten
Gezang
154:1
154:1
Ik wil U minnen, mijne sterkte,
Gezang
218:1
218:1
Ik wil U minnen, o mijn leven,
Gezang
218:2
218:2
Ik wil U minnen, wonderschone,
Gezang
218:7
218:7
Ik zeg het allen, dat Hij leeft,
Gezang
64:1
64:1
In bloem en halm
Gezang
139:8
139:8
In des levens bange stonden,
Gezang
47:3
47:3
In eeuwig schrift op berg en rots
Gezang
188:1
188:1
In Godes vrees te leven
Gezang
301:2
301:2
In haar drie-een'ge Here,
Gezang
112:4
112:4
In 's Heilands naam laat ons U smeken:
Gezang
295:4
295:4
In Hem verschijnt, uit Hem zal spreken
Gezang
10:6
10:6
In Israël was dat een wijze,
Gezang
146:2
146:2
In 't oosten klaar laat blozen
Gezang
276:1
276:1
In uw hoede zijn wij wel geborgen,
Gezang
53:3
53:3
In uwe hand zijn onze tijden;
Gezang
207:2
207:2
Indien wij wand'len bij het licht
Gezang
196:6
196:6
't Is al geschenk, 't is al van U,
Gezang
237:2
237:2
't Is avond nu. Wat op ons woog,
Gezang
283:2
283:2
't Is Christus, die zijn Kerk behoedt
Gezang
260:1
260:1
Is dat, is dat mijn Koning,
Gezang
43:1
43:1
Is de nood zo hoog gerezen,
Gezang
200:1
200:1
't Is Godes zaak, waarvoor gij strijdt;
Gezang
100:2
100:2
't Is heil wat uw verbrijzeling verkondt,
Gezang
35:4
35:4
't Is Jezus Christus, onze God,
Gezang
11:3
11:3
Is ons trots, hoogmoedig eigen
Gezang
205:2
205:2
't Is zoet en zalig, neer te knielen,
Gezang
110:5
110:5
Isrels God! Verdrukt, verdreven
Gezang
109:6
109:6
Ja, amen, ja,
Gezang
153:4
153:4
Ja, amen, Jezus is in 't leven!
Gezang
65:1
65:1
Ja, amen, Vader, ja,
Gezang
198:1
198:1
Ja, ik kost Hem die slagen,
Gezang
43:2
43:2
Ja, in duizend bange stonden
Gezang
200:4
200:4
Ja, in U is redding, leven,
Gezang
159:6
159:6
Ja, Jezus leeft, dat voelt ons harte,
Gezang
65:2
65:2
Ja, Jezus leeft, veel duizend harten
Gezang
65:3
65:3
Ja, moog' geheel de schepping zwijgen,
Gezang
290:2
290:2
Ja, nu spreekt mijn hart mij vrij,
Gezang
168:6
168:6
Ja, o Heer, aan U te denken
Gezang
47:4
47:4
Ja, ook uw liefd', o God van zegen,
Gezang
295:2
295:2
Ja, Schepper van dit wereldrond,
Gezang
274:2
274:2
Ja, schrijf dat in uw harte,
Gezang
1:6
1:6
Ja, U behoor ik, U, mijn God,
Gezang
142:5
142:5
Ja, U bewond'ren, U vertrouwen
Gezang
144:3
144:3
Ja, U kiest ons hart
Gezang
71:7
71:7
Ja, Vader, ja, ons lied zijt Gij!
Gezang
90:2
90:2
Ja, 'k weet het, geheel te minnen,
Gezang
158:2
158:2
Ja, zijn verbond staat eeuwig vast,
Gezang
188:6
188:6
Ja, zondaars zijn wij, diep bedorven,
Gezang
257:2
257:2
't Jaar heeft haast zijn loop volbracht,
Gezang
296:1
296:1
Jeruzalem, gij schone stad,
Gezang
125:1
125:1
Jeruzalem, o stad, zo hoog gebouwd,
Gezang
127:1
127:1
Jezus Christus is gestorven,
Gezang
178:5
178:5
Jezus Christus' Midd'laarsdood
Gezang
252:5
252:5
Jezus Christus, heil der aarde,
Gezang
175:1
175:1
Jezus Christus, wij geloven,
Gezang
175:4
175:4
Jezus is mijn toeverlaat,
Gezang
234:1
234:1
Jezus is voor mij gestorven
Gezang
238:3
238:3
Jezus leeft, dit is gewis:
Gezang
62:3
62:3
Jezus leeft, en wij met Hem:
Gezang
62:1
62:1
Jezus leeft, nu is de dood
Gezang
62:4
62:4
Jezus leeft: Hem is de macht
Gezang
62:2
62:2
Jezus neemt de zondaars aan!
Gezang
168:1
168:1
Jezus neemt de zondaars aan!
Gezang
168:7
168:7
Jezus' zoete gedachtenis
Gezang
167:1
167:1
Jezus, bron dier hemelvreugde,
Gezang
75:2
75:2
Jezus, die mijn ziel gezocht hebt,
Gezang
124:9
124:9
Jezus, ga ons voor
Gezang
222:1
222:1
Jezus, Gij zijt de weg tot God,
Gezang
220:1
220:1
Jezus, groot in mededogen,
Gezang
169:2
169:2
Jezus, hoop voor wie schuld belijdt,
Gezang
167:3
167:3
Jezus, leven van mijn leven,
Gezang
49:1
49:1
Jezus, mijn Verlosser, leeft!
Gezang
234:2
234:2
Jezus, niet mijn eigen kracht,
Gezang
174:2
174:2
Jezus, onze Zaligmaker,
Gezang
208:4
208:4
Jezus, Redder onzer zielen,
Gezang
68:2
68:2
Jezus, uw verzoenend sterven
Gezang
50:3
50:3
Jezus, wiens gedacht'nis ik nu vieren mag,
Gezang
250:6
250:6
Juicht in uw God, gij armen,
Gezang
4:4
4:4
Juicht nu, trots al uw zorgen,
Gezang
4:5
4:5
Kan een vrouw haar kind vergeten,
Gezang
173:7
173:7
Kan 't geloof aan uwe liefde
Gezang
243:5
243:5
Kom Christenschaar, komt, knielen wij
Gezang
28:1
28:1
Kom Gij in mij wonen, zij mijn hart en leven
Gezang
265:5
265:5
Kom tot Hem samen, Adams kroost!
Gezang
134:6
134:6
Kom, Christenschaar, komt zingen wij!
Gezang
27:7
27:7
Kom, Christenschaar, komt, waken wij!
Gezang
41:13
41:13
Kom, der armen Vader, kom,
Gezang
77:2
77:2
Kom, getrouwe Herder, kom!
Gezang
261:3
261:3
Komt allen te zamen,
Gezang
18:1
18:1
Komt allen, deze dag
Gezang
83:1
83:1
Komt broeders, laat ons een van geest
Gezang
106:3
106:3
Komt en laat ons Christus eren,
Gezang
22:1
22:1
Komt gij allen, komt tot Hem!
Gezang
168:4
168:4
Komt laat ons hopen, bidden, waken
Gezang
72:5
72:5
Komt nu met zang van zoete tonen
Gezang
146:1
146:1
Komt, broeders, voortgetreden!
Gezang
217:4
217:4
Komt, Christ'nen, laat ons Jezus loven,
Gezang
69:1
69:1
Komt, gij dorstigen, hier drinken
Gezang
87:3
87:3
Komt, heffen wij een lofzang aan:
Gezang
63:1
63:1
Komt, heffen wij tot God omhoog
Gezang
5:3
5:3
Komt, knielen wij voor Jezus samen
Gezang
52:1
52:1
Komt, laat ons samen nederknielen
Gezang
295:1
295:1
Komt, laat ons voortgaan, kind'ren,
Gezang
217:1
217:1
Komt, sterken wij die liefdeband!
Gezang
258:4
258:4
Komt, treen wij dan bemoedigd voort
Gezang
196:9
196:9
Komt, verwondert u hier, mensen,
Gezang
15:1
15:1
Komt, wandelaars op 't zelfde spoor,
Gezang
258:3
258:3
Laat eens de glans van zon en maan
Gezang
140:4
140:4
Laat heel de wereld zinken
Gezang
284:1
284:1
Laat Hem besturen, waken,
Gezang
180:7
180:7
Laat het uit Gods hemel stromen
Gezang
87:2
87:2
Laat komen, God, uw rijk,
Gezang
115:1
115:1
Laat m' in U blijven, groeien, bloeien,
Gezang
229:1
229:1
Laat mij bij uw schaapkens weiden,
Gezang
124:15
124:15
Laat mij niet mijn lot beslissen:
Gezang
300:3
300:3
Laat ons dus vrolijk aangedaan,
Gezang
11:6
11:6
Laat ons saam met blijde klanken
Gezang
256:3
256:3
Laat ons saam met Jezus leven,
Gezang
215:3
215:3
Laat ons saam met Jezus sterven,
Gezang
215:2
215:2
Laat ons saam met Jezus wand'len,
Gezang
215:1
215:1
Laat ons U ter ere zingen
Gezang
98:3
98:3
Laat ons, Heer, uw dood gedenken,
Gezang
255:1
255:1
Laat uw heil'ge liefdegloed
Gezang
128:3
128:3
Laat uw milde morgendauw
Gezang
128:2
128:2
Laat uwe hand mij nu ook dekken,
Gezang
280:4
280:4
Laat wie zich met toeverzicht,
Gezang
252:3
252:3
Laat, liefd'rijk God, bij uw genademerk,
Gezang
246:3
246:3
'k Lag machteloos gebonden:
Gezang
1:4
1:4
Lam Gods, dat men onschuldig
Gezang
38:1
38:1
Lam Gods, dat zo onschuldig,
Gezang
39:1
39:1
Leer mij stil op paden wand'len,
Gezang
206:2
206:2
Leer mij, o God, hier streven
Gezang
241:4
241:4
Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,
Gezang
34:1
34:1
Leer ons dan steeds op U vertrouwen,
Gezang
207:3
207:3
Leer ons de Vader en de Zoon
Gezang
78:6
78:6
Leer ons wars zijn van het zorgen
Gezang
197:2
197:2
Leer ons, o Vader, d' ontfermende macht van uw wezen
Gezang
152:2
152:2
Leer ons, Vader, U verbeiden,
Gezang
197:1
197:1
Leid, vriend'lijk Licht, mij als een trouwe wacht,
Gezang
230:1
230:1
Leven is met stralend' ogen,
Gezang
191:3
191:3
Leven is: door rust'loos strijden
Gezang
191:2
191:2
Licht ons met uwe stralen,
Gezang
162:2
162:2
Licht van boven, dat ons leidt,
Gezang
128:4
128:4
Licht, dat in de duisternis,
Gezang
23:2
23:2
Liefd', in U is al ons leven,
Gezang
51:3
51:3
Liefde, boven alle liefde,
Gezang
169:1
169:1
Liefde, met wat medelijden
Gezang
51:2
51:2
Lijdt u, mijn onderzaten, (lijdt u= heb geduld)
Gezang
301:3
301:3
Lijf en goed altezamen (lijf=leven)
Gezang
301:4
301:4
Lof en dank en heerlijkheid
Gezang
26:2
26:2
Lof Hem, die door zijn kruis en dood
Gezang
48:4
48:4
Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere!
Gezang
136:1
136:1
Lof zij de Heer, die de werelden dacht, en zij waren,
Gezang
136:2
136:2
Lof zij de Heer, die u bootst' uit vergank'lijke aarde,
Gezang
136:3
136:3
Lof zij de Heer, die uw bevende vrees zal beschamen!
Gezang
136:5
136:5
Lof zij de Heer, van wiens leiding de sterren gewagen,
Gezang
136:4
136:4
Lof zij Hem, die opgetogen
Gezang
256:4
256:4
Lof, eer en prijs zij God
Gezang
135:3
135:3
Lof, eer zij God op hoge troon,
Gezang
11:11
11:11
Looft de Koning, alle volken!
Gezang
68:1
68:1
Looft God gij Christ'nen, maakt Hem groot
Gezang
12:1
12:1
Maak in uw liefd' ons, Heer, bereid
Gezang
277:5
277:5
Maak mij recht eenvoudig, stil in den gebede,
Gezang
265:4
265:4
Maak wakker onze leden
Gezang
276:4
276:4
Maak, o God, het heil ons waardig,
Gezang
272:3
272:3
Maar arm en zondig,
Gezang
129:3
129:3
Maar blijdschap draagt mij,
Gezang
129:4
129:4
Maar nu, nu zullen w' ons verblijden,
Gezang
10:3
10:3
Maar 'k wandel door de hoop,
Gezang
126:9
126:9
Maar wat lot,'t zij dood of leven,
Gezang
178:8
178:8
Maar zie, nog schoner, reiner dag breekt aan:
Gezang
122:7
122:7
Maar zijn lijden en zijn strijd,
Gezang
61:3
61:3
Maar zo uw trouw mag blijken,
Gezang
180:9
180:9
Mag uw naam maar eer ontvangen,
Gezang
205:5
205:5
Meester, men zoekt U wijd en zijd,
Gezang
227:1
227:1
Men blijv' eerbiedig God verbeiden,
Gezang
194:3
194:3
Men had Hem eeuwen lang verwacht;
Gezang
24:2
24:2
Men tuimelt wel en wonden krijgt
Gezang
118:2
118:2
Men vloekt uw naam en eer,
Gezang
115:5
115:5
Mensen, juicht, de hoge God,
Gezang
26:4
26:4
Merkt op het teken eens voor al:
Gezang
11:5
11:5
Met avonds late schemerschijn
Gezang
283:1
283:1
Met de tranen in haar ogen
Gezang
44:1
44:1
Met jubelklank van instrumenten schoon,
Gezang
127:3
127:3
Met mijn zware val bewogen,
Gezang
173:2
173:2
Met onze macht is 't niets gedaan:
Gezang
97:2
97:2
Met u plenge, met u menge
Gezang
44:3
44:3
Middelpunt van ons verlangen,
Gezang
51:1
51:1
Midden in het leven zijn wij
Gezang
236:1
236:1
Mij heeft Hij zijn Zoon gegeven,
Gezang
178:3
178:3
Mij naar alles stil te voegen,
Gezang
206:1
206:1
Mij schiep mijn trouwe Heer,
Gezang
126:10
126:10
Mijn eerst gevoel zij dankbaarheid,
Gezang
274:1
274:1
Mijn God, ik weet niet, hoe 'k zal sterven,
Gezang
239:3
239:3
Mijn God, ik weet niet, waar 'k zal sterven,
Gezang
239:4
239:4
Mijn God, ik weet wel, dat 'k zal sterven,
Gezang
239:1
239:1
Mijn goede Herder is de Heer!
Gezang
183:1
183:1
Mijn hart zij 't uw' en heel mijn leven,
Gezang
288:4
288:4
Mijn Heiland, dat uw toekomst mij
Gezang
123:4
123:4
Mijn Heiland, laat uw Geest mij telkens leren,
Gezang
34:5
34:5
Mijn lijdend hart blijv' hopen,
Gezang
180:5
180:5
Mijn schild ende betrouwen
Gezang
301:6
301:6
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis!
Gezang
45:5
45:5
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,
Gezang
45:1
45:1
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,
Gezang
45:2
45:2
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,
Gezang
45:3
45:3
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,
Gezang
45:4
45:4
Mijn ziel verheft de Heer,
Gezang
9:1
9:1
Moest mijn eigen deugd mij schoren,
Gezang
159:2
159:2
Moet onz' eigen baan
Gezang
222:3
222:3
Moog eens de mond
Gezang
248:6
248:6
Moog' ons de weg vermoeien,
Gezang
217:3
217:3
Moog' ons die Geest doordringen,
Gezang
84:4
84:4
Morgenglans der eeuwigheid,
Gezang
128:1
128:1
Na 't zuur zal ik ontvangen
Gezang
301:9
301:9
Naakt werd ik op aard geboren
Gezang
219:2
219:2
Naar U trekt iedere gedachte,
Gezang
151:2
151:2
Nabij of ver, wij zijn verbonden:
Gezang
105:4
105:4
Natuur verrijst ten leven weer,
Gezang
56:1
56:1
Neem aan ons staam'lend dankgebed!
Gezang
294:2
294:2
Neem mijn handen, maak ze sterk
Gezang
228:2
228:2
Neem mijn leven, laat het, Heer,
Gezang
228:1
228:1
Neem mijn stem, opdat mijn lied,
Gezang
228:3
228:3
Neem mijn wil en maak hem vrij,
Gezang
228:5
228:5
Neem mijn zilver en mijn goud,
Gezang
228:4
228:4
Neem ook mijne liefde, Heer;
Gezang
228:6
228:6
Neem, Heer, mijn beide handen
Gezang
232:1
232:1
Neemt en eet, gij eet zijn brood!
Gezang
252:2
252:2
Neen, Heer, ik wil van U niet scheiden,
Gezang
229:3
229:3
Niet als Thomas zie ik op uw wonden meer,
Gezang
250:4
250:4
Niet enkel Gods barmhartigheid
Gezang
177:4
177:4
Niet Gij, neen ik moest sterven
Gezang
39:2
39:2
Niet immer sprak mijn ziel zo stil tot U:
Gezang
230:2
230:2
Niet lang zal 't lijden duren,
Gezang
217:8
217:8
Niet uit kracht van mijn gebeden,
Gezang
124:14
124:14
Niets doet mij meer erbarmen
Gezang
301:10
301:10
Niets klinkt zo teder en zo fijn,
Gezang
167:2
167:2
Niets, niets is 't mijn',
Gezang
139:7
139:7
Noch steen noch wacht kan zijne macht beletten,
Gezang
66:2
66:2
Noem d' overtreding mij, die Gij begaan hebt,
Gezang
42:1
42:1
Nog drukt d' aard' een bange stonde,
Gezang
109:2
109:2
Nog eens zal Hij verschijnen
Gezang
1:9
1:9
Nog heelt, als Gij het wilt, de wond,
Gezang
283:7
283:7
Nog is mijn dienst van elke dag
Gezang
172:5
172:5
Nog ligt in nacht ginds ver
Gezang
115:6
115:6
Nog voor ik was een kindje klein,
Gezang
21:2
21:2
Nooit kan 't geloof te veel verwachten,
Gezang
244:3
244:3
Nooit kunt G' iets beminnen, Vader,
Gezang
157:3
157:3
Nu daagt het in het oosten,
Gezang
8:1
8:1
Nu dalen, onder zangen,
Gezang
241:3
241:3
Nu hebt gij niet te vragen,
Gezang
1:7
1:7
Nu is vervuld, wat Davids mond
Gezang
36:4
36:4
Nu laat Gij, Heer, uw dienstknecht gaan
Gezang
31:1
31:1
Nu roept mijn ziel: Och Heer, wanneer,
Gezang
125:5
125:5
Nu wijkt de klacht, 't verdriet zo fel,
Gezang
54:4
54:4
Nu willen wij verheugd te saam,
Gezang
59:4
59:4
Nu zien wij klaar, dat nooit zijn woorden falen,
Gezang
66:4
66:4
Nu zijt wellekome,
Gezang
14:1
14:1
O boom, hoe blinkt gij rijk belaan,
Gezang
36:5
36:5
O Christus, wiens bestraffend woord
Gezang
203:2
203:2
O dag van schrik en heerlijkheid,
Gezang
123:2
123:2
O eeuw'ge Vader, sterk in macht,
Gezang
203:1
203:1
O Geest, die in de aanvang schiep
Gezang
203:3
203:3
O Gij, der vaad'ren vast vertrouwen,
Gezang
306:4
306:4
O Gij, die onze Schepper zijt,
Gezang
291:9
291:9
O Gij, die onze schuld woudt boeten
Gezang
160:3
160:3
O Gij, die waarheid zijt, Gij doel van gans mijn wezen,
Gezang
187:1
187:1
O God en Heer, in 't glorielicht
Gezang
120:1
120:1
O God van hemel, zee en aard,
Gezang
291:1
291:1
O God, die de gedachten
Gezang
156:1
156:1
O God, die droeg ons voorgeslacht
Gezang
293:1
293:1
O God, die droeg ons voorgeslacht
Gezang
293:6
293:6
O God, eer 't aardrijk was gegrond,
Gezang
142:1
142:1
O God, ik beef! Zo moest ik wezen,
Gezang
158:3
158:3
O God, sta met uw Geest ons bij,
Gezang
211:2
211:2
O God, verhoor
Gezang
263:5
263:5
O Godslam, nooit volprezen,
Gezang
39:4
39:4
O goedheid Gods, nooit recht geprezen!
Gezang
181:1
181:1
O grote God, die 't aller tijd
Gezang
161:1
161:1
O grote God, o goede Heer,
Gezang
212:1
212:1
O Heer Jesu, God en mense,
Gezang
15:3
15:3
O Heer, als uw gena 't gedoogt,
Gezang
237:3
237:3
O Heer, die daar des hemels tente spreidt,
Gezang
303:1
303:1
O Heer, ik ben verwonnen,
Gezang
156:4
156:4
O Heil'ge Geest, o hemelmacht,
Gezang
278:2
278:2
O Heil'ge Geest, ons hoogste goed,
Gezang
91:4
91:4
O Heiland, dus gefolterd door mijn kwaad,
Gezang
35:7
35:7
O Heiland, onze lotgenoot,
Gezang
283:6
283:6
O Heiland, trouwe Heer, moog' onze tong U prijzen,
Gezang
225:1
225:1
O Heilige Geest, o heilige God,
Gezang
80:1
80:1
O Heilige Geest, o heilige God,
Gezang
80:2
80:2
O Heilige Geest, o heilige God,
Gezang
80:3
80:3
O Heilige Geest, o heilige God,
Gezang
80:4
80:4
O Heilige Geest, o heilige God,
Gezang
80:5
80:5
O Heilige Geest, o heilige God,
Gezang
80:6
80:6
O helle morgensterre,
Gezang
276:2
276:2
O Hoeder groot van Israël,
Gezang
279:2
279:2
O hoofd, bedekt met wonden,
Gezang
32:1
32:1
O hoogt' en diepte, looft nu God,
Gezang
177:1
177:1
O hoogt' en diepte, looft nu God,
Gezang
177:6
177:6
O Jeruzalem, hoe schone
Gezang
238:6
238:6
O Jesu, heer, ik bid tot U
Gezang
155:3
155:3
O Jezus Christus, Zoon van God,
Gezang
91:3
91:3
O Jezus, dat ik nooit vergeet,
Gezang
123:1
123:1
O Jezus, die de strijd volstreedt,
Gezang
176:5
176:5
O Jezus, doe ons meer de kracht
Gezang
67:3
67:3
O Jezus, koning en profeet,
Gezang
172:4
172:4
O Jezus, man van smarten,
Gezang
43:3
43:3
O Jezus, van ons hart 't sieraad,
Gezang
167:4
167:4
O Jezusnaam, geen sterv'ling heeft
Gezang
172:1
172:1
O Kerstnacht, schoner dan de dagen!
Gezang
20:1
20:1
O Kind, ons geboren
Gezang
18:4
18:4
O Lam van God, gehoond, bespot,
Gezang
40:1
40:1
O Liefde, voor dit offer van uw leven,
Gezang
42:6
42:6
O machtig' Evangeliewoorden,
Gezang
102:2
102:2
O man van smart, dat ieder voor U kniel'!
Gezang
35:3
35:3
O mijn ziele, wees verheugd!
Gezang
234:4
234:4
O mocht ik U beminnen,
Gezang
148:5
148:5
O naam, mijn rots, waarop ik bouw,
Gezang
172:3
172:3
O Sion schoon, mij enig lief,
Gezang
125:4
125:4
O Sion, uwe praal
Gezang
126:11
126:11
O sterke held, voor deze troost
Gezang
60:5
60:5
O sterke liefdegeest,
Gezang
83:2
83:2
O trekt dan uit door alle landen,
Gezang
224:3
224:3
O Vader, dat uw vriend'lijk oog
Gezang
269:1
269:1
O Vredevorst, Gij kunt gebieden
Gezang
10:7
10:7
O wijze liefd', al hadden ook
Gezang
177:3
177:3
O wond're liefd', o wijsheid Gods,
Gezang
177:2
177:2
O wonderbare Liefde, die ons denken
Gezang
42:5
42:5
O zaal'ge brand, o felle gloed,
Gezang
167:11
167:11
O zalig hout, der wereld Heer
Gezang
36:7
36:7
O Zoon van God, den mensch gelijk,
Gezang
27:3
27:3
O Zoon van God, o eeuwig Woord,
Gezang
28:3
28:3
O, Bethlehem, hoe blinkt g' in eer
Gezang
16:1
16:1
O, dat kinderlijk vertrouwen,
Gezang
159:7
159:7
O, dit geeft mij nieuwe moed
Gezang
168:5
168:5
O, doe genaad' ervaren
Gezang
232:2
232:2
O, hoe is Hij ons genegen:
Gezang
22:2
22:2
O, mochten die u volgen, zo vol moed
Gezang
122:3
122:3
O, reeds schouwden mijne ogen
Gezang
238:7
238:7
O, verzacht die vrees, die smarten!
Gezang
157:4
157:4
O, zo mijn hart, nog afgeleid
Gezang
140:3
140:3
Och, als ik, Heer, om mijne zonde beve,
Gezang
34:9
34:9
Och, dat aller mensen tongen,
Gezang
75:3
75:3
Och, dat die heilfontein,
Gezang
85:3
85:3
Och, dat uw Geest de leraar sterk',
Gezang
269:2
269:2
Och, dat uw naam, o eind'loos goede Vader,
Gezang
247:2
247:2
Och, had ik willen horen
Gezang
156:3
156:3
Och, heilig ons dan in uw waarheid,
Gezang
257:4
257:4
Och, versterk in mij die hope,
Gezang
243:6
243:6
Och, waren w' aan uw Geest
Gezang
85:2
85:2
Of nu de satan raast en tiert,
Gezang
58:7
58:7
Of, zou de gloed dier majesteit
Gezang
138:8
138:8
Ogen, mond en handen raken U niet aan,
Gezang
250:2
250:2
Om mij in 't rond,
Gezang
139:5
139:5
Om te sterven aan de zonden,
Gezang
173:5
173:5
Om van zond' ons te bevrijden,
Gezang
50:2
50:2
Ompantser ons van binnen,
Gezang
162:3
162:3
Onbevreesd! Onbevreesd!
Gezang
119:2
119:2
Oneindig rijk,
Gezang
139:4
139:4
Ons drijft een nameloos verlangen
Gezang
151:3
151:3
Ons hart bezwijkt, het beeft en doet ons deinzen,
Gezang
34:3
34:3
Ons hart herhaal’ nog eens dat lied,
Gezang
27:6
27:6
Ons hart verheugt zich, dat bij God
Gezang
196:1
196:1
Ons hart, dat zich op U verlaat,
Gezang
70:4
70:4
Ons heeft de Heiland vergewist,
Gezang
100:3
100:3
Ons leven is een staag verreizen en vertrekken,
Gezang
298:3
298:3
Ons oog is op uw Zoon,
Gezang
198:3
198:3
Ontsluit u voor de vorst der ere,
Gezang
72:2
72:2
Ontsluit, o Heer, ontvlam ons hart
Gezang
33:1
33:1
Ontsteek Gij 't licht voor onze zin,
Gezang
78:4
78:4
Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doon,
Gezang
165:1
165:1
Ontwaak, gij die slaapt in de zonde, met spoed,
Gezang
165:2
165:2
Ontwaak, o mens, de dag breekt aan,
Gezang
277:1
277:1
Onz' eerste toon vermeld' uw eer,
Gezang
273:1
273:1
't Oog omhoog, het hart naar boven,
Gezang
75:1
75:1
Oorlof, mijn arme schapen, (oorlof=vaarwel)
Gezang
301:14
301:14
Op bergen en in dalen
Gezang
143:1
143:1
Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.
Gezang
7:1
7:1
Op uw stem: Staat op, gij doden!
Gezang
243:4
243:4
Op uw woord, o Leven van ons leven,
Gezang
53:2
53:2
Op zijn kreet: Het is volbracht,
Gezang
46:7
46:7
Op, gij bedroefde kind'ren,
Gezang
4:2
4:2
Op, op, die 't rijk bewonen,
Gezang
4:1
4:1
Op, op, gij zo gekwelden,
Gezang
4:3
4:3
Op, op, met vlugge schreden
Gezang
4:6
4:6
Op, uit uw woning naar het strodak in de verte!
Gezang
298:4
298:4
Op, van de plek der rust in 't kampperk van het leven,
Gezang
298:5
298:5
Op, waakt op! zo klinkt het luide.
Gezang
98:1
98:1
Raad, die scheps'len nooit doorgronden,
Gezang
137:4
137:4
Rampzalig hij, die U weerstaat,
Gezang
134:3
134:3
Red, schraag, versterk door uw vermogen,
Gezang
306:6
306:6
Reeds daagt het in het oosten,
Gezang
8:5
8:5
Reeds daalt met een omwolkt gezicht
Gezang
287:1
287:1
Reeds zeeg'nen duizenden van tongen
Gezang
105:3
105:3
Richt ons leven lang,
Gezang
222:4
222:4
Roem, Christen, aan mijn slinke
Gezang
143:4
143:4
Roem, hemel, die geboortedag,
Gezang
24:5
24:5
Roemrijke hemelstad,
Gezang
126:6
126:6
Roemt 's Vaders welbehagen
Gezang
270:1
270:1
Roep in heerlijkheid de zielen
Gezang
169:6
169:6
Rondom wie bidden dag aan dag
Gezang
277:2
277:2
Ruis, o Godsstroom der genade
Gezang
87:1
87:1
Rust hier, gij blijden, droeven,
Gezang
270:2
270:2
Rust in arbeid, moeizaam zwaar,
Gezang
77:4
77:4
Rust mijn ziel, uw God is Koning!
Gezang
179:3
179:3
Rust mijn ziel, uw God is Koning,
Gezang
179:1
179:1
Ruwe stormen mogen woeden,
Gezang
178:7
178:7
Satan en der wereld plagen,
Gezang
219:6
219:6
Schaart u om de goede Herder,
Gezang
259:1
259:1
Schenk mij uw zegen, toon m' uw wondermacht,
Gezang
230:3
230:3
Schep in mij, o God, een rein harte,
Gezang
164:1
164:1
Schep moed! Zeg aan uw smarte
Gezang
180:6
180:6
Schoon 't alles onderstboven raak',
Gezang
188:4
188:4
Schoon Gij God zelf, Gods een'ge zijt,
Gezang
33:2
33:2
Schoon is de maanglans,
Gezang
221:3
221:3
Schoon Vaderland, schoon Vaderland,
Gezang
125:3
125:3
Schoon zijn de beemden,
Gezang
221:2
221:2
Schoon zijn de bloemen,
Gezang
221:4
221:4
Schoonste Heer Jezus,
Gezang
221:1
221:1
Sinds zij in 't oost is opgegaan,
Gezang
278:4
278:4
Sion hoort de wachter zingen,
Gezang
98:2
98:2
Sla, o God vol mededogen,
Gezang
267:1
267:1
Slaat d' ogen naar 't gebergte henen,
Gezang
102:1
102:1
Sluit u aan! Sluit u aan!
Gezang
119:3
119:3
Snelt dan, jaren, snelt vrij henen
Gezang
292:5
292:5
Spreek Gij alleen tot mij en dat geen ander weten,
Gezang
187:2
187:2
Sta ons bij te rechter tijd,
Gezang
77:9
77:9
Sta op uit de doden, o zondaar, en leef,
Gezang
165:3
165:3
Staat niet in 't ontoegank'lijk licht
Gezang
273:2
273:2
Staat op en richt het aangezicht
Gezang
117:2
117:2
Staat op en strijdt de goede strijd,
Gezang
117:1
117:1
Staat op en weest dan niet bevreesd,
Gezang
117:4
117:4
Staat op, staat op! zo roept de Heer,
Gezang
275:2
275:2
Steeds geslingerd en bewogen,
Gezang
195:1
195:1
Steekt uwe lampen aan, ook zo een zon van zegen
Gezang
298:8
298:8
'k Stof op verdiensten niet,
Gezang
126:7
126:7
Straks groeten w' onze moederstranden
Gezang
110:1
110:1
Straks roept de Heer zijn welbeminden
Gezang
110:6
110:6
Stralend wenken ons door 't duister
Gezang
116:2
116:2
Te Bethlehem geboren
Gezang
2:4
2:4
Te klein is 't offer, dat ik bood,
Gezang
48:3
48:3
Ten derden dage opgestaan,
Gezang
55:3
55:3
Ter eren ons Heren wilt al uw dagen
Gezang
302:2
302:2
Toen was 't volbracht, volbracht voor zondaars, Heer!
Gezang
35:6
35:6
Toom en breidel 's vijands macht,
Gezang
99:2
99:2
Toont u moedig, uitverkoor'nen,
Gezang
109:4
109:4
Tot de hoge hemel dringt
Gezang
252:6
252:6
Totdat het aardse wederom
Gezang
279:5
279:5
Totdat wij eens in waarheid,
Gezang
276:5
276:5
Treed vrolijk voort op 's Heren wegen
Gezang
194:4
194:4
Treedt moedig heen door vuur en vlam,
Gezang
188:3
188:3
Treedt moedig voorwaarts, kind'ren,
Gezang
217:7
217:7
Treedt toe en spreekt, gij dwaas geslacht,
Gezang
134:5
134:5
Treurigen, het hoofd naar boven,
Gezang
185:3
185:3
Triomf, als priesters naad'ren wij,
Gezang
41:3
41:3
Triomf, die voor ons stierf, regeert;
Gezang
41:9
41:9
Triomf, uw prikkel is, o dood,
Gezang
41:10
41:10
Trots de wereld en haar laster,
Gezang
178:6
178:6
Trotse bergen zullen wijken,
Gezang
185:2
185:2
U heb ik lief, U roep ik aan!
Gezang
237:1
237:1
U looft d' apostelschaar in heerlijkheid, o Heer!
Gezang
132:2
132:2
U te loven, U te danken,
Gezang
255:5
255:5
U zal ik eeuwig eren,
Gezang
148:6
148:6
U zeeg'ne God,
Gezang
263:1
263:1
U zelf genoeg, U zelf gelijk,
Gezang
142:2
142:2
U zij altijd
Gezang
193:1
193:1
U zij altijd
Gezang
193:3
193:3
U zij altijd
Gezang
193:5
193:5
U zij de dank mijns harten,
Gezang
32:4
32:4
U zoekt mijn ziel ter sponde mijn
Gezang
167:7
167:7
U, Christus, onze Heer, bekleed met majesteit,
Gezang
132:4
132:4
U, die als Heer der heerlijkheid
Gezang
73:3
73:3
U, die ons steeds ten Vader zijt,
Gezang
287:2
287:2
U, die voor ons geboren zijt,
Gezang
24:3
24:3
U, Vader, U zij lof, op een verhoogde toon!
Gezang
132:3
132:3
U, verborgen Christus, bid 'k eerbiedig aan:
Gezang
250:1
250:1
Uit den hogen wordt G' als regen
Gezang
81:2
81:2
Uit duizend, duizend monden rijst
Gezang
106:2
106:2
Uit Hem vloeien alle krachten,
Gezang
150:2
150:2
Uit hogen hemel kom ik aan,
Gezang
11:1
11:1
Uren, dagen, maanden, jaren,
Gezang
292:1
292:1
Uw alziend' ogen, Heer, doorlopen
Gezang
144:2
144:2
Uw dankb're Christenschaar,
Gezang
85:1
85:1
Uw Heiland zal verschijnen,
Gezang
6:2
6:2
Uw is deez' aard', als woeste vlagen
Gezang
288:3
288:3
Uw is deez' aarde, lief'lijk stralend,
Gezang
288:2
288:2
Uw liefd’ is groot, is groot als Gij,
Gezang
28:6
28:6
Uw Sion strooit U palmen
Gezang
1:2
1:2
Uw trouw en uw genade,
Gezang
180:3
180:3
Uw trouw heeft ons, o God, altijd behoed,
Gezang
246:2
246:2
Uw trouwe zorg wou mij bewaren,
Gezang
280:2
280:2
Uw zijden en fluwelen tooi
Gezang
11:9
11:9
Uw zweet wordt bloed, Gij bukt in 't stof
Gezang
33:3
33:3
Uzelf bekend en niemand nader
Gezang
133:3
133:3
Vader, onder al mijn noden,
Gezang
292:4
292:4
Vader, U zij toegewijd
Gezang
299:1
299:1
Vader, vol van mededogen,
Gezang
50:4
50:4
Vader, vol van mededogen,
Gezang
159:1
159:1
Vader, zie ons met gewonde zielen,
Gezang
297:4
297:4
Vaderlijk wil Hij ons schragen,
Gezang
147:3
147:3
's Vaders wil was boven allen,
Gezang
216:2
216:2
Valt hier op aard
Gezang
139:10
139:10
Van 's aardrijks einden stromen tot het feest
Gezang
122:8
122:8
Van al de last dier plagen,
Gezang
32:2
32:2
Van al die mij bezwaren
Gezang
301:7
301:7
Van de Heil'ge Geest ontvangen,
Gezang
208:3
208:3
Van glans omschenen,
Gezang
129:1
129:1
Van schuldvergeving spreekt het bloed
Gezang
254:3
254:3
Van U zijn alle dingen,
Gezang
148:1
148:1
Vaste rots van mijn behoud,
Gezang
174:1
174:1
Ver van de troon der tronen
Gezang
1:3
1:3
Verachtelijk tentoongesteld,
Gezang
33:5
33:5
Verbied mij dan elk pralend woord
Gezang
48:2
48:2
Verenig al ons trachten,
Gezang
162:4
162:4
Vergaard uit alle streken
Gezang
112:2
112:2
Verheerlijkt Hoofd,
Gezang
248:1
248:1
Verhef, verhef uw zegezangen,
Gezang
86:1
86:1
Verheft de Heer, zijn dag komt nader!
Gezang
105:5
105:5
Verheft u, Christ'nen, boven 't stof,
Gezang
70:1
70:1
Verhoogd zij 't dal, de berg geslecht,
Gezang
5:1
5:1
Verhoogde Heiland, trek ons hart
Gezang
253:1
253:1
Verhoor, o Vader, mijn geween;
Gezang
212:4
212:4
Verjaag, o Christus, onze slaap,
Gezang
275:4
275:4
Verlicht ons pad door uw gena,
Gezang
278:5
278:5
Verlosser, Vriend, Gij hoop en lust
Gezang
171:1
171:1
't Verloste volk verheft tot U zijn hart,
Gezang
35:8
35:8
Vermeer tot uwen love
Gezang
276:3
276:3
Verschenen is de zaal'ge dag,
Gezang
59:1
59:1
Verschijn dan aan mijn sponde,
Gezang
32:6
32:6
Versterk in ons de vaste grond,
Gezang
67:4
67:4
Versterk ons hart bij alle noden,
Gezang
295:6
295:6
Versterkt dan nu de slappe handen,
Gezang
111:2
111:2
Vertrouwend op uw gunst zou ik, o Heer, betreden
Gezang
225:2
225:2
Vertrouwt tenslott' uw levenslot,
Gezang
117:3
117:3
Vervul met uwe zegen
Gezang
214:4
214:4
Vervul, o Heiland, het verlangen,
Gezang
7:2
7:2
Verzakende zijn macht en recht
Gezang
12:3
12:3
Verzonken in de diepe zee
Gezang
64:2
64:2
Vest in bang' en droeve dagen
Gezang
200:2
200:2
Vol van schulden en van zonden
Gezang
255:3
255:3
Volzaal'ge, zij uw vrede
Gezang
162:6
162:6
Voor alle heil'gen, rustend na hun werk,
Gezang
122:1
122:1
Voor God wil ik belijden
Gezang
301:15
301:15
Voor wie, voor heilig’ eng’len? Neen,
Gezang
27:4
27:4
Voorgeslachten kwijnden henen,
Gezang
292:2
292:2
Voortgetreen! Voortgetreen!
Gezang
108:2
108:2
Voorwaar, al 't mensdom is als gras,
Gezang
289:2
289:2
Voorwaar, deez' aarde zal getuigen
Gezang
281:4
281:4
Voorwaarts dan, o reisgezellen!
Gezang
116:7
116:7
Vorm tot uw dienst ons hart, o heilig God,
Gezang
226:1
226:1
Vragen wij, wat goed of kwaad is:
Gezang
205:4
205:4
Vrij moogt gij aan zond' en graf
Gezang
234:5
234:5
W' aanbidden U, Gij wankelt niet,
Gezang
33:10
33:10
Waak, Christen, waak, blijf in 't geloof,
Gezang
211:1
211:1
Waar dat ik sta of dat ik ga,
Gezang
58:2
58:2
Waar de patriarchen wonen,
Gezang
238:5
238:5
Waar de weg mij brenge moge,
Gezang
300:4
300:4
Waar eens vergeefs verdwaalden zochten
Gezang
111:4
111:4
Waar ik Hem mag leven
Gezang
223:3
223:3
Waar is een vreugd, een kalmt', een heil,
Gezang
171:4
171:4
Waar is uw vreed', uw macht
Gezang
115:2
115:2
Waar kennis schiet tekort
Gezang
83:4
83:4
Waar ons geen schepsel helpt, helpt Hij,
Gezang
196:7
196:7
Waar vloodt g', o vriend'lijk jaargetij,
Gezang
289:1
289:1
Waar waren wij, had zijne kracht
Gezang
138:4
138:4
Waar werd oprechter trouw
Gezang
262:1
262:1
Waar zijn de wijzen, die mij zeggen
Gezang
144:1
144:1
Waar zo de liefde viel,
Gezang
262:3
262:3
Waarheen zouden wij ons wenden,
Gezang
255:2
255:2
Waarom op een zwart verschiet
Gezang
296:2
296:2
Waarom zou mij kommer drukken?
Gezang
219:1
219:1
Waartoe toch al dat angstig schromen?
Gezang
160:1
160:1
Waat klaag ik, dat mijn jeugd verdween
Gezang
289:3
289:3
Wachter op de heil'ge muren,
Gezang
104:1
104:1
Wachter, is de dag nog ver?
Gezang
261:2
261:2
Wanneer Gij wilt in 't harte zijn,
Gezang
167:9
167:9
Wanneer het lichaam slapen gaat,
Gezang
279:4
279:4
Wanneer komt toch dat uur,
Gezang
115:3
115:3
Want ach, mijn leven staat
Gezang
126:8
126:8
Want Christus, d' allersterkste held,
Gezang
54:2
54:2
Want onze Heer en Koning groot
Gezang
58:5
58:5
Want zij weten, dat na 't lijden
Gezang
240:2
240:2
Was, wat vuil en onrein is,
Gezang
77:7
77:7
Wat baat ons 't twijfelmoedig vrezen,
Gezang
194:2
194:2
Wat ben ik droef, nu Christus leeft,
Gezang
60:4
60:4
Wat d' oude godsspraak deed verwachten,
Gezang
52:3
52:3
Wat de toekomst brengen moge,
Gezang
300:1
300:1
Wat deed uit 's hemels zalen,
Gezang
1:5
1:5
Wat God doet, dat is welgedaan,
Gezang
186:1
186:1
Wat God doet, dat is welgedaan,
Gezang
186:2
186:2
Wat God doet, dat is welgedaan,
Gezang
186:3
186:3
Wat God doet, dat is welgedaan,
Gezang
186:4
186:4
Wat God doet, dat is welgedaan,
Gezang
186:5
186:5
Wat God wil, dat geschied' altijd
Gezang
192:1
192:1
Wat heil voor Zondaars, welk een eer,
Gezang
176:2
176:2
Wat heil, een Kind is ons geboren,
Gezang
10:5
10:5
Wat is de Geest des Heren?
Gezang
84:3
84:3
Wat kan ooit de wereld geven,
Gezang
175:2
175:2
Wat klaag ik, die uw woord ontving
Gezang
142:3
142:3
Wat ontbreekt u? Hij zal 't geven.
Gezang
259:3
259:3
Wat stof tot zielsverblijden,
Gezang
32:3
32:3
Wat vlied of bezwijk', getrouw is mijn God,
Gezang
202:1
202:1
Wat vloek, verlating, weedom groot,
Gezang
213:3
213:3
Wat vreugd, wat vreugd voor zijn getrouwe vrinden,
Gezang
66:3
66:3
Wat ware zonder U het leven,
Gezang
224:1
224:1
Wat wij eenmaal wezen zullen,
Gezang
190:2
190:2
Wat wij hebben of vermogen,
Gezang
205:3
205:3
Wat wij ook gaven, U, o Heer,
Gezang
291:8
291:8
Wat wond're zegen,
Gezang
129:5
129:5
Wat wordt aan mij een schone kelk gegeven
Gezang
182:4
182:4
Wat wordt van 't kind,
Gezang
248:4
248:4
Wat zal ik dan, arme, klagen,
Gezang
124:7
124:7
Wat zegt het, zo 'k met blij ontzag
Gezang
289:4
289:4
Wat zelf wij wonnen, baatt' ons niet;
Gezang
291:7
291:7
Wat zijt Gij groot, wat zijt Gij goed!
Gezang
285:1
285:1
Wat zou ooit mijn hart vervaren?
Gezang
178:1
178:1
Wat, wat zien w' in 't stof,
Gezang
71:5
71:5
Waterstromen wil Ik gieten,
Gezang
109:1
109:1
Wee hem, wiens geest de ootmoed mist,
Gezang
134:2
134:2
Weer van ons af des vijands nijd
Gezang
78:5
78:5
Wees gegroet, gij eersteling der dagen,
Gezang
53:1
53:1
Wees in de stille woning,
Gezang
270:3
270:3
Wees niet vervaard, gij kleine stoet,
Gezang
100:1
100:1
Wees welkom mij, o eed'le gast,
Gezang
11:7
11:7
Wees, goede Herder, wees geloofd!
Gezang
183:4
183:4
'k Weet het niet, 'k weet het niet,
Gezang
126:2
126:2
'k Weet, zijn woord is: ja en amen,
Gezang
200:3
200:3
Wegen Gods, hoe duister zijt gij,
Gezang
131:1
131:1
Wel kan zijn hulp vertragen,
Gezang
180:8
180:8
Wel u, gij kind der trouwe,
Gezang
180:10
180:10
Wel zijn daar heersers op de troon,
Gezang
101:2
101:2
Weldra verloopt des levens kort getij,
Gezang
282:2
282:2
Welk een licht hier schijn',
Gezang
71:6
71:6
Welk een liefde, vol van leven,
Gezang
190:1
190:1
Welk een sidd'ring schokt de leden,
Gezang
124:2
124:2
Welk een zegen zal ontspruiten
Gezang
104:5
104:5
Welzalig de vrome, die wandelt in 't licht,
Gezang
165:4
165:4
Welzalig die U toebehoort,
Gezang
67:5
67:5
Welzalig 't huis, dat rijk met vreugd gezegend,
Gezang
264:5
264:5
Welzalig 't huis, o Heiland onzer zielen,
Gezang
264:1
264:1
Welzalig 't huis, waar allen U vereren,
Gezang
264:4
264:4
Welzalig 't huis, waar men de huw'lijkspanden
Gezang
264:3
264:3
Welzalig, waar uw liefd', o Heer, de band is,
Gezang
264:2
264:2
Werpt uw zorgen nu op God,
Gezang
296:4
296:4
Wie buiten U zal voor de val
Gezang
138:6
138:6
Wie Godes Geest bezielt,
Gezang
83:5
83:5
Wie heeft op aard de prediking gehoord,
Gezang
35:1
35:1
Wie in zulk een hoop mag leven,
Gezang
190:3
190:3
Wie is er, die m' aan U ontrukt?
Gezang
204:3
204:3
Wie is het, die zo hooggezeten,
Gezang
133:1
133:1
Wie kan zijn eigen hart vertrouwen,
Gezang
144:4
144:4
Wie maar de goede God laat zorgen
Gezang
194:1
194:1
Wie U proeft, hongert altijd weer,
Gezang
167:6
167:6
Wie wil nog het leven prijzen?
Gezang
219:8
219:8
Wie wou mij wonderbaar bereiden?
Gezang
181:2
181:2
Wie zal dan, Heer, voor U bestaan,
Gezang
123:3
123:3
Wie zijt Gij, eeuwig onvolprezen,
Gezang
151:1
151:1
Wie zou Hem geen dank bewijzen,
Gezang
256:5
256:5
Wie zou hem nu nog verklagen,
Gezang
178:4
178:4
Wie zou, daar Jezus voor ons stierf,
Gezang
82:3
82:3
Wie, o God van macht en sterkte,
Gezang
104:3
104:3
Wij bidden U, o Heil'ge Geest,
Gezang
79:1
79:1
Wij bidden. Heer, verschijn,
Gezang
115:4
115:4
Wij buigen ons ootmoedig neer
Gezang
70:3
70:3
Wij buigen ons op Gods bevel,
Gezang
27:9
27:9
Wij danken U, barmhartig God en Vader,
Gezang
247:1
247:1
Wij danken U, God, voor uw Zoon,
Gezang
120:3
120:3
Wij knielen voor uw zetel neer,
Gezang
73:1
73:1
Wij loven U, o God, wij prijzen uwe naam;
Gezang
132:1
132:1
Wij loven U, o grote God,
Gezang
141:1
141:1
Wij mogen 't heil voor Jezus' Kerk,
Gezang
82:4
82:4
Wij naderen tot ene troon,
Gezang
258:1
258:1
Wij pleiten, Heer, op uw genade,
Gezang
306:5
306:5
Wij reizen met elkander,
Gezang
217:5
217:5
Wij roepen wenend Christus aan
Gezang
275:3
275:3
Wij verheugen ons met beven!
Gezang
249:2
249:2
Wij voelen in deez' avond weer
Gezang
294:3
294:3
Wij willen need'rig Gode leven,
Gezang
52:4
52:4
Wij willen saam
Gezang
248:3
248:3
Wij willen U ootmoediglijk
Gezang
91:2
91:2
Wij zegenen, o Heer, uw goedheid al den dag!
Gezang
132:6
132:6
Wij zingen juichend 't lied der hope
Gezang
290:3
290:3
Wijk thans, o wereld, uit mijn oog
Gezang
254:1
254:1
Wijl u mijn voet niet vindt,
Gezang
126:5
126:5
Wijsheid en goedheid, o God van gena, zijn uw wegen!
Gezang
152:1
152:1
Wijzen uit het Oosten,
Gezang
14:3
14:3
Wil Almachtige, verbreken
Gezang
169:3
169:3
Wil door uw zegen ons verblijden,
Gezang
295:5
295:5
Wil tot levens ende
Gezang
13:4
13:4
'k Wil U, o God, mijn dank betalen,
Gezang
280:1
280:1
Wil uit ons midden weren
Gezang
270:4
270:4
Wil uw zalig werk volenden,
Gezang
169:5
169:5
Wil, Heer, in ons die ijver wekken,
Gezang
69:3
69:3
Wil, rechtvaardig God der wrake,
Gezang
124:11
124:11
Wil, U ter eer,
Gezang
153:5
153:5
Wilhelmus van Nassauen
Gezang
301:1
301:1
Wilt heden nu treden voor God, den Here,
Gezang
302:1
302:1
Wondere trompetrumoeren
Gezang
124:3
124:3
Woon met uw levenswoorden,
Gezang
214:2
214:2
Woord, waarop wij bouwen,
Gezang
113:5
113:5
Wordt maar ons geloof niet flauwer,
Gezang
259:5
259:5
Wordt mijn stof aan d' aard hergeven
Gezang
243:2
243:2
Zaal'ge strijd, die Gij helpt dragen
Gezang
195:3
195:3
Zal een herfst ons zijn beschoren,
Gezang
286:4
286:4
Zal eens 't graf mijn stof verzaam'len,
Gezang
173:8
173:8
'k Zal mij in uw heil verblijden,
Gezang
249:5
249:5
Zalig die barmhartig leven,
Gezang
210:5
210:5
Zalig die vervolging lijden,
Gezang
210:8
210:8
Zalig licht, zo klaar en rein,
Gezang
77:5
77:5
Zalig zij, die dorsten, hong'ren
Gezang
210:4
210:4
Zalig zij, die rein van hart zijn,
Gezang
210:6
210:6
Zalig zij, die vrede maken:
Gezang
210:7
210:7
Zalig zij, die zijn zachtmoedig,
Gezang
210:3
210:3
Zalig zijn d' ontslapen vromen,
Gezang
242:2
242:2
Zalig zijn de armen van geest,
Gezang
209:1
209:1
Zalig zijn de geest'lijk armen,
Gezang
210:1
210:1
Zalig zijn ook zij, die treuren,
Gezang
210:2
210:2
Zalig, die 't geloven!
Gezang
113:4
113:4
Zalig, die in Christus sterven,
Gezang
242:1
242:1
Zalig, zalig, niets te wezen
Gezang
205:1
205:1
Zeer prins'lijk was gedreven
Gezang
301:13
301:13
Zeg mij, waarom men U aldus gehoond heeft,
Gezang
42:3
42:3
Zeg niet, o sterv'ling, zeg niet meer:
Gezang
5:2
5:2
Zelfs geen dood kan ons meer doden,
Gezang
219:7
219:7
Zelfs mijn tranen en gebeden
Gezang
159:3
159:3
Zendt Hij mij een kruis te dragen,
Gezang
219:4
219:4
Zet ons harte door die Geest
Gezang
266:3
266:3
Zie de woning, hier verrezen
Gezang
271:2
271:2
Zie ik, hoe genaad' ontving,
Gezang
46:4
46:4
Zie ons ootmoedig tot U naad'ren,
Gezang
306:1
306:1
Zie ons te zaam uw naam belijden,
Gezang
257:1
257:1
Zie op ons neer naar uw barmhartigheid,
Gezang
246:1
246:1
Zie op ten hemel, waar de zon
Gezang
278:3
278:3
'k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen,
Gezang
34:2
34:2
Zie uit, mijn ziel, naar 't ander leven,
Gezang
181:3
181:3
Zie, ik breng voor mijn behoud
Gezang
174:3
174:3
Zien wij menig plant versterven,
Gezang
286:3
286:3
Ziet g' een uit zwakheid vallen,
Gezang
217:6
217:6
Ziet heem'len, ziet Gods Een'ge aan,
Gezang
33:9
33:9
Ziet, een boek werd opgeslagen,
Gezang
124:5
124:5
Ziet, hier is de beste weide,
Gezang
259:2
259:2
Ziet, Hij komt eens met de wolken,
Gezang
109:7
109:7
Ziet, Hij komt, om alle volken
Gezang
107:3
107:3
Ziet, hoe dat men met Hem handelt,
Gezang
15:2
15:2
Ziet, vertoont zich in het donker
Gezang
104:2
104:2
Zij het avond, zij het morgen,
Gezang
47:2
47:2
Zij zal ons niet berouwen
Gezang
217:2
217:2
Zij, die gebonden zaten
Gezang
8:3
8:3
Zijn grootheid schittert niet door pracht,
Gezang
28:2
28:2
Zijn Kerk, gevestigd in zijn bloed,
Gezang
41:11
41:11
Zijn kleed is 't licht,
Gezang
139:3
139:3
Zijn troon omringt een glansrijk licht,
Gezang
138:3
138:3
Zijn trouwe Vaderogen
Gezang
143:2
143:2
Zijn wij op aard' gevangen,
Gezang
57:2
57:2
Zing, Christenschaar, de schoonste stof,
Gezang
70:2
70:2
Zingen wij met dank en bede
Gezang
22:4
22:4
Zingt des Hoogsten Zoon,
Gezang
71:2
71:2
Zingt nu verheugd, terecht moogt g' u verblijden,
Gezang
66:1
66:1
Zingt, aard' en hemel, zingt uw Heer,
Gezang
90:5
90:5
Zingt, gij afgelegen landen,
Gezang
107:1
107:1
Zingt, zingt blij te moe
Gezang
71:1
71:1
Zo draag' mijn aêm op elke wiek
Gezang
172:6
172:6
Zo G' alsdan in heilig toornen
Gezang
124:16
124:16
Zo God mij hoedt,
Gezang
139:11
139:11
Zo het de wil des Heren
Gezang
301:12
301:12
Zo wij de sterren tellen konden,
Gezang
295:3
295:3
Zo, zo lief had God de wereld,
Gezang
173:3
173:3
Zo, zo zien wij 't Godsrijk komen,
Gezang
107:4
107:4
Zodat de dank, U toegezonden,
Gezang
281:3
281:3
Zonder uwe godd'lijkheid
Gezang
77:6
77:6
Zou ik mijn kruis in kommervolle tijden,
Gezang
34:7
34:7
Zou mij dood en graf doen beven?
Gezang
243:1
243:1
Zou niet voor U mijn liefde zijn,
Gezang
213:4
213:4
Zou 't ons bang vergaan,
Gezang
222:2
222:2
Zouden wij niet haastig kiezen,
Gezang
259:4
259:4
'k Zucht en steun in zondig bangen,
Gezang
124:12
124:12