<- Gezang 205 | Gezang 206 |
Gezang 207 ->Gezang 206:3
3
God des need'rigen en stillen,
wien de deemoed 't meest behaagt,
die, wat G' ooit moogt doen of willen,
eenzaam doet of eenzaam draagt;
God van hen, die nimmer klagen,
als zij zware lasten dragen,
die, hoe hoog ook 't leed moog' gaan,
zwijgend d' ogen op U slaan.