Bijbelboeken
1 Tessalonicenzen 5:1-28
- Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders! hebt gij niet van node, dat men u schrijve.
- Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in den nacht.
- Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden;
- Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen.
- Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis.
- Zo laat ons dan niet slapen, gelijk als de anderen, maar laat ons waken, en nuchteren zijn.
- Want die slapen, slapen des nachts, en die dronken zijn, zijn des nachts dronken;
- Maar wij, die des daags zijn, laat ons nuchteren zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid.
- Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onzen Heere Jezus Christus.
- Die voor ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem leven zouden.
- Daarom vermaant elkander, en sticht de een den anderen, gelijk gij ook doet.
Vermaningen
- En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen;
- En acht hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Zijt vreedzaam onder elkander.
- En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen.
- Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde; maar jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als jegens allen.
- Verblijdt u te allen tijd.
- Bidt zonder ophouden.
- Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u.
- Blust den Geest niet uit.
- Veracht de profetieen niet.
- Beproeft alle dingen; behoudt het goede.
- Onthoudt u van allen schijn des kwaads.
Groet en heilbede
- En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus.
- Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.
- Broeders, bidt voor ons.
- Groet al de broeders met een heiligen kus.
- Ik bezweer ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief al den heiligen broederen gelezen worde.
- De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
Ga naar hoofdstuk 4 of 2 Tessalonicenzen 1.