Psalmen

Psalm 142

1
'k Riep tot den Heer' met luider stem;
Ik smeekt' en riep vol angst tot Hem.
'k Heb, voor Zijn aangezicht, mijn klacht
In mijn benauwdheid voortgebracht.

2
Als mij geen hulp of uitkomst bleek,
Wanneer mijn geest in mij bezweek,
En overstelpt was door ellend',
Hebt Gij, o Heer', mijn pad gekend.

3
Zij hebben vol arglistigheid
Een strik op mijnen weg gespreid.
'k Zag uit, in nood, ter rechterhand,
Maar vond noch vriend, noch onderstand.

4
'k Wou vluchten, maar kon nergens heen,
Zodat mijn dood voorhanden scheen,
En alle hoop mij gans ontviel,
Daar niemand zorgde voor mijn ziel.

5
Ik riep tot U, ik zeid': o Heer',
Gij zijt mijn toevlucht, sterkt' en eer;
Gij zijt, zolang ik leef, mijn deel,
Mijn God, Wien ik mij aanbeveel.

6
Hoor mijn geschrei! 'k Ben uitgeteerd,
Door mijn vervolgers overheerd;
Ai, help en red mij uit den nood,
Want hunne macht is mij te groot.

7
Voer mij uit mijn gevangenis,
Tot roem Uws Naams, die heerlijk is.
Dat mij 't rechtvaardig volk omring'
En vrolijk van Uw weldaan zing'.

Bekijk Psalm 142 onberijmd in de Bijbel.

Dit lied wordt frygisch gezongen.

Beluister of download de melodie als midi-bestand.

Geen bladmuziek beschikbaar.


<- Psalm 141 | Psalm 142 | Psalm 143 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken