Psalmen

Gezang 72

1
De dag der kroning is gekomen,
de dag van eer en heerlijkheid!
de Heer heeft weder ingenomen
zijn zetel na volbrachte strijd.
Aard' en hemel zingen
van de grote dingen,
die Hij wrocht op aard.
Voor der jong'ren ogen
steeg Hij naar den hogen,
eer, aanbidding waard.

2
Ontsluit u voor de vorst der ere,
gij, poorten der gerechtigheid!
Ontvangt der legerscharen Here
in zijne midd'laarsmajesteit!
Jezus daalde neder,
maar nu keert Hij weder
in zijn heerlijkheid,
waar Hij voor de zijnen
tot Hij zal verschijnen
bidt, en plaats bereidt.

3
De Here sprak tot mijne Here:
"Zit aan mijn rechterhand met mij."
Dat alle hoogheid zich vernere
voor 't machtwoord dezer heerschappij.
Die de mensen hoonden
en met doornen kroonden,
leeft, gekroond met eer.
Die de wereld smaadde
en met vloek belaadde,
heerst als aller Heer.

4
Gij zaagt uw Heer ten hemel varen,
de Heil'ge Geest daald' op u neer,
G' ontvingt die gave, blijde scharen,
thans geen verlaten wezen meer.
d' Engelen daarboven,
met de heil'gen, loven
Christus, thans gekroond,
en de Kerk beneden
ziet zijn plaats bekleden,
daar zijn Geest hier woont.

5
Komt laat ons hopen, bidden, waken
en ons versterken in ons Hoofd!
Ook heden wil Hij vreugde maken
voor al wie deze Geest gelooft.
Gij stort uit den hoge
stromen op het droge,
laving aan wie dorst.
Gij werd opgenomen,
maar zult weder komen,
's werelds Vredesvorst!

<- Gezang 71 | Gezang 72 | Gezang 73 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken