Psalmen

Gezang 67

1
Heft, Christ'nen, heft uw lofzang aan,
roemt deze schoonsten aller dagen!
De Heer is waarlijk opgestaan,
't geschonden Godsrecht is voldaan,
de laatste vijand ligt verslagen.

2
Hij stond gewillig 't leven af,
om onze schuld gans te betalen.
Nu rijst Hij heerlijk uit het graf,
opdat wij, vrij van zond' en straf,
voor eeuwig mochten zegepralen.

3
O Jezus, doe ons meer de kracht
van uw verrijzenis ervaren,
opdat w', ontrukt aan satans macht,
uit duisternis tot licht gebracht,
met U altijd verbonden waren.

4
Versterk in ons de vaste grond,
waarop wij onze hope bouwen,
de hoop op die gewenste stond,
dat wij, gewekt door uwe mond,
U in uw heerlijkheid aanschouwen.

5
Welzalig die U toebehoort,
die kan geen dood of graf doen beven,
die gaat zijn weg bemoedigd voort,
daar hij zich vasthoudt aan uw woord:
"Die Mij gelooft zal eeuwig leven."

HEMELVAART:

<- Gezang 66 | Gezang 67 | Gezang 68 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken