Psalmen

Gezang 305

1
Ik hoor trompetten klinken,
de vijand is nabij!
Ik zie harnassen blinken,
en niemand is met mij!
Het hart klopt door 't benauwen,
dies laat ik diep beschroomd
't gezicht 't gebergt' aanschouwen,
of daar geen hulp van koomt.

2
Daar is geen hulp voorhanden,
voorhanden dan van God:
van God, die 's werelds landen
heeft onder zijn gebod;
van God, die 's werelds lichten
heeft onder zijn gebied,
en die 't weleer al stichtte,
wat 's mensen oge ziet.

<- Gezang 304 | Gezang 305 | Gezang 306 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken