Psalmen

Gezang 296

1
't Jaar heeft haast zijn loop volbracht,
't afscheid klinkt ons tegen.
Ziet, een nieuwe tijdkring wacht -
met ellend' of zegen?
Niet geklaagd,
niet gevraagd
naar de and're morgen:
't antwoord blijft verborgen.

2
Waarom op een zwart verschiet
d' ogen steeds geslagen?
Neen, de tijd ontdekt u niet,
wat hij aan zal dragen.
Heft het oog
naar omhoog!
Daar is Hij gezeten,
die 't alleen kan weten.

3
Hoopt op God! Gij hebt zijn trouw
altoos ondervonden,
ook in dagen vol van rouw,
ook in bange stonden.
Ja, Hij gaf
steun en staf,
laaf'nis, rust en zegen
op uw pelgrimswegen.

4
Werpt uw zorgen nu op God,
moedig voortgetogen!
Treft u soms een droevig lot,
't heil daagt uit den hogen.
Hoopt en wacht!
Ied're nacht
zult gij zien verdwijnen:
't licht zal heerlijk schijnen.

5
Alzo was 't en alzo zij 't,
ieders hart zegg': "Amen!"
Dank en eer zij God gewijd,
stemt in 't loflied samen!
Smaakt met lust,
sluit met rust
dag en jaar en leven,
u door God gegeven.

<- Gezang 295 | Gezang 296 | Gezang 297 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken