Psalmen

Gezang 293

1
O God, die droeg ons voorgeslacht
in nacht en stormgebruis,
bewijs ook ons uw trouw en macht,
wees eeuwig ons tehuis!

2
Gevlucht naar uwe vaste troon,
vindt ieder schuil en schut,
waar eeuwig hij beveiligd woon',
verstoken in uw hut.

3
Gij zijt, van voor Gij zee en aard
hebt door uw woord bereid,
altijd dezelfde, die Gij waart,
de God der eeuwigheid!

4
En duizend jaar gaan als de dag
van gist'ren voor U heen,
een schaduw, een gedachte vaag,
een nachtwaak, die verdween.

5
De tijd draagt alle mensen voort
op zijn gestage stroom;
ze zijn als gras, door zon verdord,
vervluchtigd als een droom.

6
O God, die droeg ons voorgeslacht
in tegenspoed en kruis,
wees ons een gids in storm en nacht,
en eeuwig ons tehuis!

<- Gezang 292 | Gezang 293 | Gezang 294 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken