Psalmen

Gezang 274

1
Mijn eerst gevoel zij dankbaarheid,
waar 'k mee tot God genake,
nu 't morgenlicht zijn stralen spreidt,
en ik verkwikt ontwake.
Tot Hem verheft zich hart en stem
voor zijne gunstbewijzen.
Ik leef, beweeg m' en ben in Hem,
zou ik mijn God niet prijzen?

2
Ja, Schepper van dit wereldrond,
maar in uw Zoon mijn Vader,
geef, dat ik in deez' ochtendstond
eerbiedig tot U nader'.
Aan U blijv' deze dag gewijd,
dat blijven al mijn dagen!
Dan zal ik, door uw gunst verblijd,
mijn onspoed moedig dragen.

3
Door uwe goede Geest geleid,
en rijk in uwe zegen,
treed ik, tot mijne taak bereid,
de dag met blijdschap tegen!
Geef, dat ik nu, en daag'lijks meer
aan uw geboden hange,
en door een leven tot uw eer
mijn morgenlied vervange.

<- Gezang 273 | Gezang 274 | Gezang 275 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken