Psalmen

Gezang 263:gezang/210/

1
U zeeg'ne God,
Hij stell' u tot een zegen!
Gezegend zij uw hoofd, uw hart, uw wegen,
uw aards, uw eeuwig lot!

2
Gezegend d' echt,
die u verbindt, zijn banden,
zijn bloemen, en zijn juk, de trouwe handen,
door God ineengelegd!

3
Gezegend 't huis,
waarin de liefde wone,
waar u de Heer met vreugd' en ere krone;
gezegend ook het kruis!

4
Het kruis te zaam
als een van ziel gedragen!
De blik op Hem, die 't kruis verdroeg, geslagen,
en in zijn kracht en naam!

5
O God, verhoor
en schenk ons onze bede!
Toon hun uw gunst, doordring hen van uw vrede,
licht met uw licht hen voor!

<- Gezang 262 | Gezang 263 | Gezang 264 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet