Psalmen

Gezang 256

1
'k Heb aan 's Heilands dis gezeten,
'k heb gegeten
't heilig brood, dat zielen voedt.
Heil'ge wijn werd mij geschonken,
die, gedronken,
't hart verkwikking smaken doet.
Jezus zelf had door zijn boden
mij doen noden,
en vertrouwend op zijn woord,
heb ik naar hun stem gehoord.

2
't Brood, dat ik daar heb zien breken,
werd m' een teken
van zijn lichaam, dat weleer
aan het kruishout werd verbroken
en doorstoken:
'k zag de kruisdood van mijn Heer.
In de wijn, die 'k uit zag gieten,
zag ik 't vlieten
van zijn toen vergoten bloed:
'k zag door Hem mijn schuld geboet.

3
Laat ons saam met blijde klanken
Jezus danken.
Christenschaar, die ook van Hem
't heil, dat Hij mij deed erlangen,
hebt ontvangen,
loof de Heer met hart en stem!
Laat de dank'bre vreugdegalmen,
lied'ren, psalmen
stijgen voor des Hoogsten troon;
zing ter ere van Gods Zoon!

4
Lof zij Hem, die opgetogen
in den hogen
aan des Vaders rechterhand,
ons nog door een zichtbaar teken
toe wil spreken,
zelf daarin zich geeft ten pand
bij 't herdenken van zijn lijden,
van zijn strijden
tegen zonde, dood en hel;
dat heel d' aard zijn lof vertell'!

5
Wie zou Hem geen dank bewijzen,
Hem niet prijzen,
Hem niet loven? Wie zich niet
aan die Herder overgeven,
die zijn leven
voor zijn schapen niet ontziet!
Wie Hem niet tot Heer begeren,
Hem niet eren,
die ons van 't verderf behoedt,
ons gekocht heeft door zijn bloed!

6
Dierb're Jezus, zo weldadig,
zo genadig,
dierb're Zaligmaker, Gij,
die 't geloof, dat G' in ons werktet,
heden sterktet,
sta met uwe Geest ons bij
en verleen ons moed en krachten:
al ons trachten
naar volmaking vordert niet,
zo uw Geest geen bijstand biedt.

BEVESTIGING VAN LIDMATEN:

<- Gezang 255 | Gezang 256 | Gezang 257 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken