Psalmen

Gezang 25

1
Hoor, de eng'len zingen d' eer
van de nieuw geboren Heer!
Vreed' op aarde, 't is vervuld:
God verzoent der mensen schuld.
Mengt u, volken, in het koor,
dat weerklinkt de hemel door,
mensentong en eng'lenstem,
zingt het kind van Bethlehem!
Hoor, de eng'len zingen d' eer
van de nieuw geboren Heer!

2
Hij, die heerst op 's hemels troon,
Christus, d' eeuw'ge, 's Vaders Zoon,
wordt geboren uit een maagd
op de tijd, die God behaagt.
Vleesgeworden woord van God,
mens geworden om ons lot,
U, der mensen een, o Heer,
U, Immanuël, zij eer!
Hoor, de eng'len zingen d' eer
van de nieuw geboren Heer!

3
Heil de Vorst der eeuwigheid,
Zonne der gerechtigheid!
Van zijn vleug'len dalen neer
licht en leven altijd weer.
Lof U, die uw glorie deed
schuilen in het aardekleed,
opdat wij, van zonde rein,
nieuwgeboren zouden zijn,
Hoor, de eng'len zingen d' eer
van de nieuw geboren Heer!

<- Gezang 24 | Gezang 25 | Gezang 26 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken