Psalmen

Gezang 243:gezang/42/

1
Zou mij dood en graf doen beven?
Neen, ik weet op wie ik bouw:
Jezus leeft en ik zal leven,
eeuwig blijft zijn woord getrouw.
Jezus leert de dood verachten,
Jezus overwon zijn krachten,
Hij is 't hoofd van al zijn leen,
in zijn zege zijn wij een.

2
Wordt mijn stof aan d' aard hergeven
tot het stof, dat zij bedekt,
eens herrijs ik weer ten leven,
door Gods almacht opgewekt.
Jezus, die zijn woord zal staven,
heerst ook over 't stof der graven;
wie in Hem gelooft, verbeidt
leven en onsterfelijkheid.

3
Dierb're Heiland, die mijn smarte,
die mijn schulden hebt getorst,
dierb're Heiland, ook mijn harte
eert U als de Levensvorst.
Zouden ooit beloftenissen,
die Gij gaaft, vervulling missen?
Neen, miljoenen gingen heen,
moedig op uw trouw alleen.

4
Op uw stem: "Staat op, gij doden!"
staat de dood zijn zege af,
op uw stem: "Staat op, gij doden!"
rijst het leven uit het graf.
Leven, leven, eeuwig leven
zal uw liefde mij dan geven,
en geen zonde, smart of pijn
zal in eeuwigheid meer zijn.

5
Kan 't geloof aan uwe liefde
mij hier sterken in de nood,
kan 't geloof aan uwe liefde
mij doen juichen in de dood,
wat zal 't zijn, als mijn vertrouwen
eens verwisselt in aanschouwen,
en een liefde mij bestraalt,
waar geloof noch wens bij haalt!

6
Och, versterk in mij die hope,
opdat ik met nieuwe kracht,
juichend mijne loopbaan lope,
aan wier eind de kroon mij wacht.
Met het oog op U geslagen,
kan geen kruis mijn loop vertragen.
Wat is 't leed, dat hier ons beidt,
bij de vreugd der eeuwigheid!

<- Gezang 242 | Gezang 243 | Gezang 244 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet