Psalmen

Gezang 225:psalm/119/

1
O Heiland, trouwe Heer, moog' onze tong U prijzen,
doch zij ook door de daad U lof en eer gebracht!
Als uit het dorre hart geen liefdedaden rijzen,
dan zijn de lied'ren dood, de zangen zonder kracht.

2
Vertrouwend op uw gunst zou ik, o Heer, betreden
de weg des heils en toch miskennen uw gebod?
Ootmoedig nijgend bij uw goedertierenheden,
maar nimmer buigen voor uw heil'ge wet, o God?

3
Ging zij met Christus ginds op Golgotha verloren,
de liefde rein en teer, een toevlucht voor elk hart?
Zij stierf niet aan het kruis, neen aan het kruis herboren,
zoekt z' als een dierbaar goed de tranen en de smart.

4
Ik hoor de roep van 't leed, der wereld bange vragen,
alom wijst God m' in and're mensen broeders aan.
Ziet, welk een grootse taak: wat wankel is te schragen,
en bouwen 's Heren Kerk. Vat aan het werk, vat aan!

<- Gezang 224 | Gezang 225 | Gezang 226 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet