2 Kronieken 24:1-7
Nebukadnézar trekt tegen Juda op
Joas was zeven jaren oud, toen hij koning werd, en hij regeerde veertig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Zibja, van Ber-seba.Heeren, al de dagen van den priester Jojada. En Joas deed dat recht was in de ogen des En Jojada nam voor hem twee vrouwen; en hij gewon zonen en dochteren.Heeren te vernieuwen. Het geschiedde nu na dezen, dat het in het hart van Joas was, het huis des Zo vergaderde hij de priesteren en de Levieten, en zeide tot hen: Trekt uit tot de steden van Juda, en vergadert geld van het ganse Israel, om het huis uws Gods te beteren van jaar tot jaar; en gijlieden, haast tot deze zaak; maar de Levieten haastten niet.Heeren, en van de gemeente van Israel, voor de tent der getuigenis? En de koning riep Jojada, het hoofd, en zeide tot hem: Waarom hebt gij geen onderzoek gedaan bij de Levieten, dat zij uit Juda en uit Jeruzalem inbrengen zouden de schatting van Mozes, den knecht des Heeren besteed aan de Baals. Want als Athalia goddelooslijk handelde, hadden haar zonen het huis Gods opengebroken, ja, zelfs alle geheiligde dingen van het huis des
Ga naar hoofdstuk 23 of hoofdstuk 25.