Psalmen

Psalm 131

1
Mijn hart verheft zich niet, o Heer',
Mijn ogen zijn niet hoog; 'k verkeer,
Ik wandel niet in 't geen te groot,
Te vreemd is voor Uw gunstgenoot.

2
Heb ik mijn ziel niet stil gezet,
En mij verloochend naar Uw wet,
Gelijk het pas gespeende kind
Zich stil bij zijne moeder vind?

3
Mijn ziel, die naar den vrede haakt,
En 't morrend ongenoegen wraakt,
Is in mij als een kind gespeend,
En heeft zich met Uw wil vereend.

4
Dat Isrel op den Heer' vertrouw';
Zijn hoop op Gods ontferming bouw',
En stil berust' in Zijn beleid,
Van nu tot in all' eeuwigheid.

Bekijk Psalm 131 onberijmd in de Bijbel.

Dit lied wordt frygisch gezongen.

Beluister of download de melodie als midi-bestand.

Geen bladmuziek beschikbaar.


<- Psalm 130 | Psalm 131 | Psalm 132 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken