<- Psalm 129 | Psalm 130 |
Psalm 131 ->Psalm 130
1
Uit diepten van ellenden
Roep ik, met mond en hart,
Tot U, die heil kunt zenden;
O
Heer', aanschouw mijn smart;
Wil naar mijn smeekstem horen;
Merk op mijn jammerklacht;
Verleen mij gunstig' oren,
Daar 'k in mijn druk versmacht.
2
Zo Gij in 't recht wilt treden,
O
Heer', en gadeslaan
Onz' ongerechtigheden;
Ach, wie zou dan bestaan?
Maar neen, daar is vergeving
Altijd bij U geweest;
Dies wordt Gij,
Heer', met beving,
Recht kinderlijk gevreesd.
3
Ik blijf den
Heer' verwachten;
Mijn ziel wacht ongestoord;
Ik hoop, in al mijn klachten,
Op Zijn onfeilbaar woord;
Mijn ziel, vol angst en zorgen,
Wacht sterker op den
Heer',
Dan wachters op den morgen;
Den morgen, ach, wanneer?
4
Hoopt op den
Heer', gij vromen;
Is Israel in nood,
Er zal verlossing komen;
Zijn goedheid is zeer groot.
Hij maakt, op hun gebeden,
Gans Israel eens vrij
Van ongerechtigheden;
Zo doe Hij ook aan mij.
Bekijk Psalm 130 onberijmd in de Bijbel.
Dit lied wordt
dorisch gezongen.
Beluister of
download de melodie als
midi-bestand.
Geen bladmuziek beschikbaar.