Gezang 8
1Nu daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal.
2
De duisternis gaat wijken
van d' eeuwenlange nacht.
Een nieuwe dag gaat prijken
met ongekende pracht.
3
Zij, die gebonden zaten
in schaduw van de dood,
naar 't scheen van God verlaten,
begroeten 't morgenrood.
4
De zonne, voor wier stralen
het nacht'lijk duister zwicht,
en die zal zegepralen,
is Christus,'t eeuwig licht!
5
Reeds daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal.
<- Gezang 7 | Gezang 8 | Gezang 9 ->