Gezang 45
1Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,
hangt ten spot van snode smaders.
Zoon des Vaders,
waar is toch uw almacht thans,
waar uw goddelijke glans?
2
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,
en Hij hangt er mijnentwegen,
mij ten zegen.
Van de vloek maakt Hij mij vrij,
en zijn sterven zaligt mij.
3
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,
ook voor mij heeft Hij zijn leven
veil gegeven.
Brand, mijn hart, ontbrand in gloed
jegens Hem, mijn hoogste goed.
4
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis,
en ik zou in droeve dagen
troost'loos klagen?
Klagen, neen! Bij dit gezicht
valt de zwaarste last mij licht.
5
Mijn Verlosser hangt aan 't kruis!
'k Heb mij, heer, in dood en leven
U gegeven.
'k Leef, in vreugd en tegenheen,
'k leef en sterf voor u alleen.
<- Gezang 44 | Gezang 45 | Gezang 46 ->