Gezang 295
1Komt, laat ons samen nederknielen
voor Hem, die ons geschapen heeft!
Hem zij d' aanbidding onzer zielen,
die 't leven is en 't leven geeft!
Hij strooit de jaren voor zich henen,
gelijk de landman 't koren strooit.
De tijden kwamen en verdwenen,
der tijden God verandert nooit.
2
Ja, ook uw liefd', o God van zegen,
is eeuwig, wijl Gij liefde zijt!
Gij leidt ons op de rechte wegen,
Gij sterkt ons in de goede strijd!
Als w' in de geest al 't heil verzaam'len,
dat G' in een enkel jaar ons schenkt,
dan buigen w' ons in 't stof en staam'len:
"Wie zijn wij, Heer, dat G' ons gedenkt?"
3
Zo wij de sterren tellen konden,
uw gunstbewijzen telt niet een.
Wij, wij vermeerd'ren onze zonden,
maar Gij uw goedertierenheen.
Ik ben geringer, Here, Here,
dan al het heil, dat mij weervaart,
uw goedheid, die ik heden ere,
zij is een eeuwig danklied waard!
4
In 's Heilands naam laat ons U smeken:
vernieuw uw liefd' in 't nieuwe jaar,
laat uw vertroosting niet ontbreken,
omring ons met uw eng'lenschaar!
Breng ons terug van elke dwaling,
maak van de dienst der zond' ons vrij,
en geef dat ied're ademhaling
een lofzang aan uw liefde zij!
5
Wil door uw zegen ons verblijden,
zo ons de blijdschap heilzaam is,
of wel, beschikt G' ons kruis en lijden,
zo heilig ons door droefenis.
Laat ons geen werelds goed bejagen,
dat met de wereld henendrijft,
maar naar de ware rijkdom vragen,
die onverderf'lijk overblijft!
6
Versterk ons hart bij alle noden,
verkwik de ziel, die angstig vreest,
bescherm uw Evangelieboden,
en zalf de vorsten met uw Geest.
Wees Gij der armen troost en rader,
der zwakken steun en hulp in nood,
der weeuwen man, der wezen vader,
ons allen 't leven uit de dood!
7
En mocht dit jaar mijn laatste wezen,
bereid mij dan naar uwe wil!
Die alle smarten kan genezen,
maak ook in mij het klaar en stil.
Wees, Heiland, mij van God gegeven,
het laatste licht dat ik aanschouw,
opdat nog 't einde van het leven
in volle glans sta van uw trouw!
Het MIDI-bestand is helaas niet beschikbaar.
<- Gezang 294 | Gezang 295 | Gezang 296 ->