Psalmen

Gezang 264:3

3
Welzalig 't huis, waar men de huw'lijkspanden
met biddend hart U, Heer, in d' armen draagt,
en van uw mild' en liefderijke handen
voor 't kinderhoofd reeds vroeg uw zegen vraagt.
Waar zij reeds vroeg zich om uw schoot verzaam'len
en luist'ren wat uw liefdestem verkondt.
Waar zij, hoe jong, reeds U het loflied staam'len,
dat Gij bereid hebt uit der kind'ren mond.

<- Gezang 263 | Gezang 264 | Gezang 265 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet