<- Gezang 256 | Gezang 257 |
Gezang 258 ->Gezang 257:6
6
Bewaar, o God, hun ziel en zinnen,
dat, hoe de wereld vleien moog',
zij boven alles U beminnen,
in vreze wand'len voor uw oog.
Zo richten zij getroost hun treden
op Jezus' spoor, hoe zwaar 't ook schijn',
zo zal op 't geen zij eens beleden
hun wandel 't sprekendst "amen" zijn.