Psalmen

Gezang 250

1
U, verborgen Christus, bid 'k eerbiedig aan:
doe ons in deez' teek'nen 't heilgeheim verstaan!
U geeft zich mijn harte over gans en al,
schoon het uwe grootheid nimmer vatten zal.

2
Ogen, mond en handen raken U niet aan,
door 't gehoor slechts wordt Gij in 't geloof verstaan.
Wat Gij, Heer, gezegd hebt, neem 'k als waarheid aan;
nooit kan hoger waarheid naast dit woord bestaan.

3
Aan het kruis verborg zich slechts uw godd'lijkheid,
hier verbergt zich tevens uwe mens'lijkheid.
Maar nochtans geloof ik en belijd het klaar:
schenk mij dan genade als de moordenaar!

4
Niet als Thomas zie ik op uw wonden meer,
maar met hem belijd ik U als God en Heer.
Maak, dat ik steeds vaster U geloven mag,
immer op U hopen, en U minnen mag.

5
Heilige gedacht'nis van des Heren dood!
Leven schenkt G' ons mensen, Heiland, levend Brood.
Geef mijn geest te leven uit uw overvloed,
schenk ons van uw rijkdom kennis, klaar en zoet!

6
Jezus, wiens gedacht'nis ik nu vieren mag,
voer mij door de scheem'ring naar die volle dag,
dat mijn oog uw aanzicht zonder iets dat scheidt
ongesluierd schouwe in Gods heerlijkheid!

<- Gezang 249 | Gezang 250 | Gezang 251 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken