Psalmen

Gezang 224

1
Wat ware zonder U het leven,
waar voerden, Heer, mijn paden heen?
'k Bleef dan door bange vrees gedreven
in wijde wereld gans alleen.
't Was al onzeker, wat ik minde,
de toekomst werd een afgrond zwart,
en voor geen droef'nis kon ik vinden
een tot mijn zorg gebogen hart.

2
Gij toogt als Heiland door de landen,
als Mensenzoon, vol liefde groot,
en deed een machtig vuur ontbranden
in onzer harten donk're nood.
Nu gaat voor ons de hemel open,
als ons vererfde vaderland,
en in geloof en liefd' en hope,
gevoelen w' ons aan God verwant.

3
O trekt dan uit door alle landen,
en brengt de dolenden tezaam,
reikt alle zwervers uwe handen,
verenigt ze tot zijne naam.
De aarde zal de hemel erven,
daar voor 't geloof het duister zwicht;
die met ons een geloof verwerven,
ook zij zijn kind'ren van het licht.

<- Gezang 223 | Gezang 224 | Gezang 225 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken