Gezang 211
1Waak, Christen, waak, blijf in 't geloof,
dat niemand u die kroon ontroov'!
Gedraag u manlijk, wees kloekmoedig
in 's Heren aanbevolen werk,
standvastig, onbeweeglijk, sterk,
volijv'rig, altijd overvloedig!
Uw arbeid zal in onze Heer
niet ijdel wezen: Hem zij d' eer!
2
O God, sta met uw Geest ons bij,
opdat dit alles in ons zij,
steeds meerder in ons word' bevonden.
Dan zullen wij met waar gevoel
het heilig, U betaam'lijk doel
van 't groot verlossingswerk doorgronden.
Och dat ons zo de jongste dag
niet ledig, niet onvruchtbaar zag!
3
Dan, zo geheiligd in de Heer,
gesterkt tot alle tegenweer,
tot uw gewillig volk herboren,
rijst ons uw gloriedag, ten blijk
dat Gij, o God, genadiglijk
in Christus ons hebt uitverkoren:
Hem zij de lof door al 't geslacht
hier en daarboven toegebracht!
<- Gezang 210 | Gezang 211 | Gezang 212 ->