Psalmen

Gezang 210

1
Zalig zijn de geest'lijk armen,
hunner is het Koninkrijk,
want, o wonder van erbarmen,
juist de armen maakt God rijk.
Heer, gedenk ons, zie ons aan,
nu G' uw Rijk zijt ingegaan.

2
Zalig zijn ook zij, die treuren,
want de troost is hun gewis:
sterk maakt hen, wat 't harte scheure,
Gods getrouw getuigenis.
Heer, gedenk ons, zie ons aan,
nu G' uw Rijk zijt ingegaan.

3
Zalig zij, die zijn zachtmoedig,
't aardrijk zal hun erfdeel zijn,
daar een liefde, overvloedig,
nooit voor God vergeefs zal zijn.
Heer, gedenk ons, zie ons aan,
nu G' uw Rijk zijt ingegaan.

4
Zalig zij, die dorsten, hong'ren
naar des Rijks gerechtigheid,
want hun is, als Jezus' jong'ren,
de verzadiging bereid.
Heer, gedenk ons, zie ons aan,
nu G' uw Rijk zijt ingegaan.

5
Zalig die barmhartig leven,
hun geschiedt barmhartigheid:
wie zich, door Gods Geest gedreven,
geeft, ontvangt terzelfder tijd.
Heer, gedenk ons, zie ons aan,
nu G' uw Rijk zijt ingegaan.

6
Zalig zij, die rein van hart zijn,
want zij zien Gods aangezicht;
daar zij niet door 't kwaad verward zijn,
staat hun leven in het licht.
Heer, gedenk ons, zie ons aan,
nu G' uw Rijk zijt ingegaan.

7
Zalig zij, die vrede maken:
kind'ren noemt men hen van God;
want zij doen de vruchten smaken
van Gods liefderijk gebod.
Heer, gedenk ons, zie ons aan,
nu G' uw Rijk zijt ingegaan.

8
Zalig die vervolging lijden,
strijdend om gerechtigheid:
Gods Rijk is voor alle tijden
hunne sterkte in de strijd.
Heer, gedenk ons, zie ons aan,
nu G' uw Rijk zijt ingegaan.

9
Gij, het zout, het licht der aarde,
zoekt uws Vaders Rijk en recht:
't huis van wie zijn woord bewaarde,
staat op rotsgrond, eeuwig hecht.
Heer, gedenk ons, zie ons aan,
nu G' uw Rijk zijt ingegaan.

<- Gezang 209 | Gezang 210 | Gezang 211 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken