Psalmen

Gezang 19

1
De Christenschare, blij van geest,
ter kerke gaat op 't hoge feest
de nieuw geboren Heiland groeten
en knielen voor de klene voeten
van 't Kind, waarvoor Herodes vreest.

2
Het Kind, waarvoor een sterre rijst,
die wijzen met haar stralen wijst
de donk're plaats van zijn geboorte,
en leidt ze binnen Davids poorte,
waar d' Allerhoogste 't laagste prijst.

3
Het oosten offert wierook, goud
en mirr' tot 's levens onderhoud
van Hem, die, neergedaald van boven,
in 't arme Bethlem ligt verschoven,
hoewel Hij alles heeft gebouwd.

4
Hier schuilt dat godd'lijk aangezicht,
waaruit de zonne schept haar licht
en alle sterren glans en luister.
Hier ligt Hij zonder glans in 't duister,
die eng'len tot zijn dienst verplicht.

5
Hier is de wijsheid ongeacht,
hier geldt geen adel, staat noch pracht,
de hemel heeft het kleen' verkoren.
Al wie door ootmoed wordt herboren,
die is van 't hemelse geslacht.

<- Gezang 18 | Gezang 19 | Gezang 20 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken