Psalmen

Gezang 181

1
O goedheid Gods, nooit recht geprezen!
Heet hij een mens, die Gij niet treft?
Hoe diep ondankbaar moet hij wezen,
die 't hart niet vrolijk tot U heft!
Neen, alles aan God dank te weten
zij steeds mijn plicht, mijn werk, mijn lied!
De Heer heeft nimmer mij vergeten:
vergeet, mijn ziel, de Heer ook niet!

2
Wie wou mij wonderbaar bereiden?
Hij, die mij 't eerst heeft liefgehad.
Wie wou mij zo geduldig leiden?
Hij, die mijn hart zo vaak vergat.
Wie sterkt in mijn gemoed de vrede,
wie schoort mijn geest met nieuwe kracht,
wie deelt mij zoveel zegen mede?
Is 't niet zijn arm, zo sterk van macht?

3
Zie uit, mijn ziel, naar 't ander leven,
uw toegewezen erfenis,
waar gij, met heerlijkheid omgeven,
God eeuwig ziet, gelijk Hij is.
Die hoop mag u met recht verblijden,
z' is u ten duren prijs gekocht.
Want daarom moest de Christus lijden,
opdat gij zalig worden mocht.

<- Gezang 180 | Gezang 181 | Gezang 182 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken