<- Gezang 179 | Gezang 180 |
Gezang 181 ->Gezang 180:4
4
Een weg hebt G' allerwegen,
geen middel, dat U faalt.
Uw doen is louter zegen,
uw gang met licht omstraald.
Niets kan uw werk verhind'ren,
't blijft rust'loos voorwaarts spoen,
als Gij, wat voor uw kind'ren
het heilzaamst is, wilt doen.