Psalmen

Gezang 160

1
Waartoe toch al dat angstig schromen?
Komt twijfelzucht ons ooit te sta?
Wie moet niet als een zondaar komen,
hier enkel leven door gena?
O zalig hij, die uit zijn noden
tot Jezus en zijn heil gevloden,
van Hem alleen de hulp verbeidt!
Op 't woord des Vaders te vertrouwen,
en door 't geloof de Zoon 't aanschouwen,
is hier de ware heiligheid.

2
Geen heiligheid wordt hier gevonden,
die niet uit deze wortel groeit:
alleen wat God ons doet verkonden
werkt, dat gerechtigheid ontbloeit.
Vergeefs is al ons moed'loos duchten,
vergeefs blijft ons wanhopig zuchten,
niets buiten Jezus heeft de smart;
de vrees van een ontwaakt geweten
moog' naar Gods wet ons leven meten,
't geloof alleen vertroost het hart.

3
O Gij, die onze schuld woudt boeten
door uwe gadeloze pijn,
o Heiland, leer mij aan uw voeten
in eigen oog een zondaar zijn.
Bij al mijn deugd, bij al mijn werken,
vind ik geen troost, die mij kan sterken,
geen hoop, dan die ik op U bouw.
Op uw genade zal ik leven,
op uw gena de doodsnik geven,
o Heer, aan wien ik mij vertrouw!

<- Gezang 159 | Gezang 160 | Gezang 161 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken