Psalmen

Gezang 124

1
Dag des toorns, o dag des Heren,
die, naar de profeten leren,
't al ten ashoop zal verteren.

2
Welk een sidd'ring schokt de leden,
als de Rechter, aangeschreden,
scherp'lijk in 't gericht zal treden!

3
Wondere trompetrumoeren
zullen al de graven roeren,
al de doden troonwaarts voeren.

4
Dood en schepping zullen beven,
als de doden weer herleven,
om Hem rekenschap te geven.

5
Ziet, een boek werd opgeslagen,
dat ten volle zal gewagen,
hoe zich ieder heeft gedragen.

6
Als de Rechter is gezeten,
zal Hij al 't verborg'ne weten
en zijn straf zal niets vergeten.

7
Wat zal ik dan, arme, klagen,
wie zal ik om bijstand vragen,
daar rechtvaard'gen zelfs versagen?

8
Heil'ge Rechter van het kwade,
maar die vrijspreekt uit genade,
sla mij in ontferming gade!

9
Jezus, die mijn ziel gezocht hebt,
met uw kruisdood mij gekocht hebt,
ach, volbreng wat Gij gewrocht hebt!

10
En gedenk ten laatsten dage
hoe, voor mij aan 't kruis geslagen,
Gij mijn straf reeds hebt gedragen.

11
Wil, rechtvaardig God der wrake,
mij uw gunst deelachtig maken,
eer de oordeelsdag genake.

12
'k Zucht en steun in zondig bangen,
't schuldig schaamrood kleurt mijn wangen,
laat mij, smeek'ling, heil ontvangen.

13
Die Maria woudt vergeven
en de moord'naar schonkt het leven,
mij ook hebt Gij hoop gegeven.

14
Niet uit kracht van mijn gebeden,
maar uit goedheid, red mijn schreden
van de vuur'ge poel beneden.

15
Laat mij bij uw schaapkens weiden,
wil mij van de bokken scheiden
en ter rechterhand geleiden.

16
Zo G' alsdan in heilig toornen
't lot beslecht heb der verloor'nen,
roep mij bij uw uitverkoor'nen.

17
Heer, ik kom met een verslagen
en verbrijzeld hart U vragen
voor mijn einde zorg te dragen.

<- Gezang 123 | Gezang 124 | Gezang 125 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken