Psalmen
Gezang 12
1Looft God gij Christ'nen, maakt Hem groot
op zijne hoogste troon,
die nu zijn rijk voor ons ontsloot
en schonk ons zijne Zoon,
en schonk ons zijne Zoon.
2
Hij daalt uit 's Vaders schoot terneer
op aard', om kind te zijn,
een kindje arm en naakt en teer,
al in een kribje klein,
al in een kribje klein.
3
Verzakende zijn macht en recht
verkoos Hij zich een stal,
neemt de gestalt' aan van een knecht,
de Schepper van het al,
de Schepper van het al.
4
En nu ontsluit Hij weer de poort
van 't schone paradijs;
geen cherub die de toegang stoort:
God zij lof, eer en prijs,
God zij lof, eer en prijs.
<- Gezang 11 | Gezang 12 | Gezang 13 ->