Catechismus Zondag 44

Deze zondag hoort bij hoofdstuk 4: Van de Wet.

Er zijn 3 vragen en antwoorden in zondag 44: vraag 113 t/m vraag 115.

Vraag 113

Wat eist van ons het tiende gebod?
Dat ook de de minste lust of gedachte tegen enig gebod Gods in onshart nimmermeer kome, maar dat wij ten allen tijde van ganser harte aller zondenvijand zijn en kust tot alle gerechtigheid hebben.

Vraag 114

Maar kunnen degenen, die tot God bekeerd zijn, dezegeboden volkomenlijk houden?
Neen zij; maar ook de allerheiligsten, zolang als zij in dit levenzijn, hebben maar een klein beginsel dezer gehoorzaamheid ; doch alzo, datzij met een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de gebodenGods beginnen te leven.

Vraag 115

Waarom laat ons dan God alzo scherpelijk de tien gebodenprediken, zo ze toch niemand in dit leven houden kan?
Eerstelijk, opdat wij ons leven lang onzen zondigen aard hoe langerhoe meer leren kennen , en des te begeriger zijn, om de vergeving der zondenen de gerechtigheid in Christus te zoeken. Daarna, opdat wij zonder ophoudenons benaarstigen, en God bidden om de genade des Heiligen Geestes, opdat wij hoelanger hoe meer naar het evenbeeld Gods vernieuwd worden, totdat wij tot dezevoorgestelde volkomenheid na dit leven geraken.