Bijbelboeken

Zacharia 1:18-21

Het gezicht van de hoornen en de smeden

18 En ik hief mijn ogen op, en zag; en ziet, er waren vier hoornen.19 En ik zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn deze? En Hij zeide tot mij: Dat zijn de hoornen, welke Juda, Israel en Jeruzalem verstrooid hebben.20 En de Heere toonde mij vier smeden.21 Toen zeide ik: Wat komen die maken? En Hij sprak, zeggende: Dat zijn de hoornen, die Juda verstrooid hebben, zodat niemand zijn hoofd ophief; maar deze zijn gekomen om die te verschrikken, om de hoornen der heidenen neder te werpen, welke den hoorn verheven hebben tegen het land van Juda, om dat te verstrooien.

Ga naar of .


Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken