Bijbelboeken
Spreuken 15:1-33
De vrucht der wijsheid en der ongerechtigheid
- Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen.
- De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit.
- De ogen des Heeren zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden.
- De medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest.
- Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen.
- In het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte.
- De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo.
- Het offer der goddelozen is den Heere een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen.
- De weg der goddelozen is den Heere een gruwel; maar dien, die de gerechtigheid najaagt, zal Hij liefhebben.
- De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven.
- De hel en het verderf zijn voor den Heere; hoeveel te meer de harten van des mensen kinderen?
- De spotter zal niet liefhebben, die hem bestraft; hij zal niet gaan tot de wijzen.
- Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen.
- Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden.
- Al de dagen des bedrukten zijn kwaad; maar een vrolijk hart is een gedurige maaltijd.
- Beter is weinig met de vreze des Heeren, dan een grote schat, en onrust daarbij.
- Beter is een gerecht van groen moes, waar ook liefde is, dan een gemeste os, en haat daarbij.
- Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen.
- De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is welgebaand.
- Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder.
- De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen.
- De gedachten worden vernietigd, als er geen raad is; maar door veelheid der raadslieden zal elkeen bestaan.
- Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd!
- De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden.
- Het huis der hovaardigen zal de Heere afrukken; maar de landpale der weduwe zal Hij vastzetten.
- Des bozen gedachten zijn den Heere een gruwel; maar der reinen zijn liefelijke redenen.
- Die gierigheid pleegt, beroert zijn huis; maar die geschenken haat, zal leven.
- Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten.
- De Heere is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren.
- Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet.
- Het oor, dat de bestraffing des levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten.
- Die de tucht verwerpt, die versmaadt zijn ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand.
- De vreze des Heeren is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.
Ga naar hoofdstuk 14 of hoofdstuk 16.