Psalmen 1:1-6
Het lot der vromen en der goddelozen
- Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;
- Maar zijn lust is in des Heeren wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht.
- Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken.
- Alzo zijn de goddelozen niet, maar als het kaf, dat de wind henendrijft.
- Daarom zullen de goddelozen niet bestaan in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen.
- Want de Heere kent den weg der rechtvaardigen; maar de weg der goddelozen zal vergaan.
Ga naar Job 42 of hoofdstuk 2.
Bekijk de berijmde versie van Psalm 1.