Numeri 8:1-4

Wetten over het aansteken der lampen

En de Heere sprak tot Mozes, zeggende: Spreek tot Aaron, en zeg tot hem: Als gij de lampen aansteken zult, recht tegenover den kandelaar zullen de zeven lampen lichten. En Aaron deed alzo: tegenover vooraan den kandelaar stak hij deszelfs lampen aan; gelijk als de Heere Mozes geboden had. Dit werk nu des kandelaars was van dicht goud, tot zijn schacht, tot zijn bloemen was het dicht; naar de gedaante, die de Heere Mozes vertoond had, alzo had hij den kandelaar gemaakt.

Online-Bijbel Plus
Lees zonder advertenties met Online-Bijbel Plus en steun onze missie.
  • Geen advertenties
  • Geen analytics of tracking