Leviticus 23:1-44
Op deze pagina:
Wetten der hoogtijden
Heere tot Mozes, zeggende: Daarna sprak de Heeren, welke gijlieden uitroepen zult, zullen heilige samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette hoogtijden. Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: De gezette hoogtijden des Heeren sabbat, in al uw woningen. Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des Heeren, de heilige samenroepingen, welke gij uitroepen zult op hun gezetten tijd. Deze zijn de gezette hoogtijden des Heeren pascha. In de eerste maand, op den veertienden der maand, tussen twee avonden is des Heeren; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten. En op den vijftienden dag der derzelver maand is het feest van de ongezuurde broden des Op den eersten dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen.Heere offeren; en op den zevenden dag zal een heilige samenroeping wezen; geen dienstwerk zult gij doen. Maar gij zult zeven dagen vuuroffer den Heere sprak tot Mozes, zeggende: En de Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Als gij in het land zult gekomen zijn, hetwelk Ik u geven zal, en gij zijn oogst zult inoogsten, dan zult gij een garf der eerstelingen van uw oogst tot den priester brengen.Heeren bewegen, opdat het voor u aangenaam zij; des anderen daags na den sabbat zal de priester die bewegen. En hij zal die garf voor het aangezicht des Heere; Gij zult ook op den dag, als gij die garf bewegen zult, bereiden een volkomen lam, dat eenjarig is, ten brandoffer den Heere tot een liefelijken reuk; en zijn drankoffer van wijn, het vierde deel van een hin. En zijn spijsoffer twee tienden meelbloem, met olie gemengd, ten vuuroffer, den En gij zult geen brood, noch geroost koren, noch groene aren eten, tot op dienzelven dag, dat gij de offerande uws Gods zult gebracht hebben; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen. Daarna zult gij u tellen van den anderen dag na den sabbat, van den dag, dat gij de garf des beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomen sabbatten zijn;Heere offeren. Tot den anderen dag, na den zevenden sabbat, zult gij vijftig dagen tellen, dan zult gij een nieuw spijsoffer den Heere. Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden meelbloem zijn, gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn de eerstelingen den Heere een brandoffer zijn, met hun spijsoffer en hun drankofferen, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den Heere. Gij zult ook met het brood zeven volkomen eenjarige lammeren, en een var, het jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den Ook zult gij een geitenbok ten zondoffer, en twee eenjarige lammeren ten dankoffer bereiden.Heeren, met de twee lammeren bewegen; zij zullen den Heere een heilig ding zijn, voor den priester. Dan zal de priester dezelve met het brood der eerstelingen ten beweegoffer, voor het aangezicht des En gij zult op dienzelfden dag uitroepen, dat gij een heilige samenroeping zult hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het is een eeuwige inzetting in al uw woningen voor uw geslachten.Heere, uw God! Als gij nu den oogst uws lands zult inoogsten, gij zult, in uw inoogsten, den hoek des velds niet ganselijk afmaaien, en de opzameling van uw oogst niet opzamelen; voor den arme en voor den vreemdeling zult gij ze laten; Ik ben de Heere sprak tot Mozes, zeggende: En de Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: In de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping.Heere vuuroffer offeren. Geen dienstwerk zult gij doen; maar gij zult den Heere tot Mozes, zeggende: Verder sprak de Heere een vuuroffer offeren. Doch op den tienden dezer zevende maand zal de verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben; dan zult gij uw zielen verootmoedigen, en zult den Heeren uws Gods. En op dienzelven dag zult gij geen werk doen; want het is de verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht des Want alle ziel, welken op dienzelven dag niet zal verootmoedigd zijn geweest, die zal uitgeroeid worden uit haar volken. Ook alle ziel, die enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, die ziel zal Ik uit het midden haars volks verderven. Gij zult geen werk doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al uw woningen. Het zal u een sabbat der rust zijn; dan zult gij uw zielen verootmoedigen; op den negenden der maand in den avond, van den avond tot den avond, zult gij uw sabbat rusten.Heere sprak tot Mozes, zeggende: En de Heere zijn. Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Op den vijftienden dag van deze zevende maand zal het feest der loofhutten zeven dagen den Op den eersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen dienstwerk zult gij doen.Heere vuurofferen offeren; op den achtsten dag zult gij een heilige samenroeping hebben, en zult den Heere vuuroffer offeren; het is een verbodsdag; gij zult geen dienstwerk doen. Zeven dagen zult gij den Heeren, welke gij zult uitroepen tot heilige samenroepingen, om den Heere vuuroffer, brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en drankofferen, elk dagelijks op zijn dag, te offeren; Dit zijn de gezette hoogtijden des Heeren, en behalve uw gaven, en behalve al uw geloften, en behalve al uw vrijwillige offeren, welke gij den Heere geven zult. Behalve de sabbatten des Heeren feest zeven dagen vieren; op den eersten dag zal er rust zijn, en op den achtsten dag zal er rust zijn. Doch op den vijftienden dag der zevende maand, als gij het inkomen des lands zult ingegaderd hebben, zult gij des Heeren, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn. En op den eersten dag zult gij u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken, en meien van dichte bomen, met beekwilgen; en gij zult voor het aangezicht des Heere zeven dagen in het jaar vieren; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren. En gij zult dat feest den Zeven dagen zult gij in de loofhutten wonen; alle inboorlingen in Israel zullen in loofhutten wonen;Heere, uw God! Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israels in loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de Heeren tot de kinderen Israels uitgesproken. Alzo heeft Mozes de gezette hoogtijden des