Jozua 19:40-48

Op deze pagina:

Het erfdeel van Dan

Het zevende lot ging uit voor den stam der kinderen van Dan, naar hun huisgezinnen. En de landpale van hun erfdeel was: Zora, en Esthaol, en Ir-semes, En Saalabbin, en Ajalon, en Jithla, En Elon, en Timnatha, en Ekron, En Elteke, en Gibbethon, en Baalath, En Jehud, en Bene-berak, en Gath-rimmon, En Me-jarkon, en Rakkon, met de landpale tegenover Jafo. Doch de landpale der kinderen van Dan was hun te klein uitgekomen; daarom togen de kinderen van Dan op, en krijgden tegen Lesem, en namen haar in, en sloegen haar met de scherpte des zwaards, en erfden haar, en woonden daarin; en zij noemden Lesem Dan, naar den naam van hun vader Dan. Dit is het erfdeel van den stam der kinderen van Dan, naar hun huisgezinnen, deze steden en haar dorpen.